Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / D / den letzten Schliff geben

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor den letzten Schliff geben

Zoek woord den letzten Schliff geben heeft 6 resultaten
Ga naar Duits » Nederlands
DE Duits NL Nederlands
den letzten Schliff geben (v) [Job] de laatste hand leggen aan (v) [Job]

DE NL Vertalingen voor den

den [Relativpron. - Objekt - Sing.] dat [Relativpron. - Objekt - Sing.]
den (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.] dat (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]
den [Relativpron. - Objekt - Sing.] die [Relativpron. - Objekt - Sing.]
den (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.] die (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]
den [Relativpron. - dir. Obj. - Sing.] die [Relativpron. - dir. Obj. - Sing.]
den (o) [Relativpron. - dir. Obj. - Sing.] die (o) [Relativpron. - dir. Obj. - Sing.]
den [Relativpron. - dir. Obj. - Sing.] wie [Relativpron. - dir. Obj. - Sing.]
den (o) [Relativpron. - dir. Obj. - Sing.] wie (o) [Relativpron. - dir. Obj. - Sing.]
den [Relativpron. - Objekt - Sing.] welke [Relativpron. - Objekt - Sing.]
den (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.] welke (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]

DE NL Vertalingen voor letzten

letzten [Zeit] laatste {n} [Zeit]
letzten (a) [Zeit] laatste (a) {n} [Zeit]

DE NL Vertalingen voor geben

geben (v) [hineintun] geven (v) [hineintun]
geben (v) [Spiele - Karten] geven (v) [Spiele - Karten]
geben (v) [liefern] geven (v) [liefern]
geben (v) [allgemein] geven (v) [allgemein]
geben (v) [Geschenk] geven (v) [Geschenk]
geben (v) [reichen] geven (v) [reichen]
geben (v) [Gegenstand] geven (v) [Gegenstand]
geben (v) [existieren] existeren (v) [existieren]
geben (v) [existieren] bestaan (v) {n} [existieren]
geben (v) [reichen] verstrekken (v) [reichen]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor den letzten schliff geben NL Vertalingen
verbessern [bestmöglich gestalten] beteren
optimieren [bestmöglich gestalten] optimaliseren
bereinigen [bestmöglich gestalten] beslechten
vervollkommnen [bestmöglich gestalten] perfectioneren
erweitern [vervollkommnen] groter maken
ergänzen [vervollkommnen] invullen
abschließen [vervollkommnen] afronden {n}
vollenden [vervollkommnen] afronden {n}
abrunden [vervollkommnen] afmaken
bearbeiten [überarbeiten] bewerken {n}
korrigieren [überarbeiten] bijsturen
redigieren [überarbeiten] bewerken {n}
durcharbeiten [überarbeiten] doorwerken
reduzieren [vervollständigen] verlagen
einfügen [vervollständigen] op de proppen komen met
fortsetzen [vervollständigen] verdergaan
hinzufügen [vervollständigen] toevoegen
mindern [vervollständigen] afbreuk doen aan
kürzen [vervollständigen] schorten
ausfüllen [vervollständigen] invullen