Zoek woord verflechten heeft 16 resultaten
DE Duits NL Nederlands
verflechten [Cord] vlechten [Cord]
verflechten (v) [Cord] vlechten (v) [Cord]
verflechten [allgemein] verweven [allgemein]
verflechten (v) [allgemein] verweven (v) [allgemein]
verflechten [allgemein] vervlechten [allgemein]
DE Duits NL Nederlands
verflechten (v) [allgemein] vervlechten (v) [allgemein]
verflechten [zusammendrehen] verstrengelen [zusammendrehen]
verflechten (v) [zusammendrehen] verstrengelen (v) [zusammendrehen]
verflechten [Faden] ineenvlechten [Faden]
verflechten (v) [Faden] ineenvlechten (v) [Faden]
verflechten [Cord] in elkaar draaien [Cord]
verflechten (v) [Cord] in elkaar draaien (v) [Cord]
verflechten [Cord] twijnen [Cord]
verflechten (v) [Cord] twijnen (v) [Cord]
verflechten [Cord] tweernen [Cord]
verflechten (v) [Cord] tweernen (v) [Cord]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor verflechten NL Vertalingen
mischen [durcheinander bringen] mengen
vermischen [durcheinander bringen] wanorde scheppen
verwirren [durcheinander bringen] van zijn stuk brengen
verschlingen [durcheinander bringen] overspoelen
verwickeln [durcheinander bringen] betrekken
wühlen [durcheinander bringen] grabbelen
irritieren [durcheinander bringen] vervelen
verstricken [durcheinander bringen] strikken
verheddern [durcheinander bringen] verwarren
desorientieren [durcheinander bringen] in verwarring brengen
aus der Fassung bringen [durcheinander bringen] van zijn stuk gebracht
in Verlegenheit bringen [durcheinander bringen] de goede naam aantasten van
verlegen machen [durcheinander bringen] in verlegenheid brengen
verbinden [verbinden] vastbinden
vereinen [verbinden] zich verzamelen
sammeln [verbinden] verzamelen
vereinigen [verbinden] fusioneren
integrieren [verbinden] integreren
begleiten [verbinden] begeleiden
kreuzen [verbinden] kruisen