| verbinden (v) [Telefon] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | doorverbinden (v) [Telefon] - doorverbonden
- doorverbindt
- doorverbinden
- doorverbonden
- doorverbond
| |
| verbinden (v) [to join an electrical or telephone line] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (v) {n} [to join an electrical or telephone line] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden (v) [to join two or more pieces] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (v) {n} [to join two or more pieces] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden (n v) [(intransitive) to group together for a common purpose] | | zich verenigen (n v) [(intransitive) to group together for a common purpose] | |
| verbinden [Medizin] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verzorgen [Medizin] - verzorgd
- verzorgt
- verzorgen
- verzorgde
- verzorgden
| |
| verbinden (v) [Medizin] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verzorgen (v) [Medizin] - verzorgd
- verzorgt
- verzorgen
- verzorgde
- verzorgden
| |
| verbinden [binden] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | vastbinden [binden] - vastgebonden
- binden vast
- bindt vast
- bond vast
- bonden vast
| |
| verbinden (v) [binden] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | vastbinden (v) [binden] - vastgebonden
- binden vast
- bindt vast
- bond vast
- bonden vast
| |
| verbinden [binden] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | bijeenbinden [binden] - bijeengebonden
- binden bijeen
- bindt bijeen
- bond bijeen
- bonden bijeen
| |
| verbinden (v) [binden] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | bijeenbinden (v) [binden] - bijeengebonden
- binden bijeen
- bindt bijeen
- bond bijeen
- bonden bijeen
| |
| verbinden (v) [fuse into a single entity] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | samenvoegen (v) [fuse into a single entity] - samengevoegd
- voegt samen
- voegen samen
- voegden samen
- voegde samen
| |
| verbinden [Telefon] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | doorverbinden [Telefon] - doorverbonden
- doorverbindt
- doorverbinden
- doorverbonden
- doorverbond
| |
| verbinden (v) [fuse into a single entity] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (v) {n} [fuse into a single entity] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden (v n) [bring two or more things or activities together] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | combineren (v n) [bring two or more things or activities together] - gecombineerd
- combineert
- combineren
- combineerden
- combineerde
| |
| verbinden [Beziehung] | | aan elkaar schakelen [Beziehung] | |
| verbinden (v) [Beziehung] | | aan elkaar schakelen (v) [Beziehung] | |
| verbinden (n v) [''transitive'' connect] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | koppelen (n v) [''transitive'' connect] - gekoppeld
- koppelt
- koppelen
- koppelden
- koppelde
| |
| verbinden [Beziehung] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | koppelen [Beziehung] - gekoppeld
- koppelt
- koppelen
- koppelden
- koppelde
| |
| verbinden (v) [Beziehung] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | koppelen (v) [Beziehung] - gekoppeld
- koppelt
- koppelen
- koppelden
- koppelde
| |
| verbinden [Idee] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | associëren [Idee] - geassocieerd
- associëren
- associeert
- associeerde
- associeerden
| |
| verbinden (v) [Idee] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | associëren (v) [Idee] - geassocieerd
- associëren
- associeert
- associeerde
- associeerden
| |
| verbinden (v) [Chemie] | | zich verbinden (v) [Chemie] | |
| verbinden (v) [link together] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | aaneenrijgen (v) [link together] - aaneengeregen
- rijgen aaneen
- rijgt aaneen
- reeg aaneen
- regen aaneen
| |
| verbinden (v) [link together] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | aaneenschakelen (v) [link together] - aaneengeschakeld
- schakelen aaneen
- schakelt aaneen
- schakelde aaneen
- schakelden aaneen
| |
| verbinden (v) [Familie] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (v) {n} [Familie] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden [Familie] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | binden [Familie] - gebonden
- bindt
- binden
- bonden
- bond
| |
| verbinden (v) [Familie] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | binden (v) [Familie] - gebonden
- bindt
- binden
- bonden
- bond
| |
| verbinden [binden] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | binden [binden] - gebonden
- bindt
- binden
- bonden
- bond
| |
| verbinden (v) [binden] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | binden (v) [binden] - gebonden
- bindt
- binden
- bonden
- bond
| |
| verbinden [Rohrleitungen] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | aansluiten [Rohrleitungen] - aangesloten
- sluit aan
- sluiten aan
- sloten aan
- sloot aan
| |
| verbinden (v) [Rohrleitungen] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | aansluiten (v) [Rohrleitungen] - aangesloten
- sluit aan
- sluiten aan
- sloten aan
- sloot aan
| |
| verbinden (v) [to join an electrical or telephone line] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | aansluiten (v) [to join an electrical or telephone line] - aangesloten
- sluit aan
- sluiten aan
- sloten aan
- sloot aan
| |
| verbinden (n v) [''transitive'' connect] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (n v) {n} [''transitive'' connect] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden [Beziehung] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden {n} [Beziehung] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden (v) [Beziehung] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (v) {n} [Beziehung] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden [Familie] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden {n} [Familie] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden (n v) [''transitive'' connect] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | binden (n v) [''transitive'' connect] - gebonden
- bindt
- binden
- bonden
- bond
| |
| verbinden [Idee] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden {n} [Idee] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden (v) [Idee] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (v) {n} [Idee] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden [Medizin] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden {n} [Medizin] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden (v) [Medizin] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (v) {n} [Medizin] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden [Platz] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden {n} [Platz] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden (v) [Platz] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (v) {n} [Platz] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden [Rohrleitungen] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden {n} [Rohrleitungen] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden (v) [Rohrleitungen] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (v) {n} [Rohrleitungen] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden [Telefon] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden {n} [Telefon] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |
| verbinden (v) [Telefon] - verbunden
- verbindest
- verbinden
- verbandest
- verbanden
- verbind(e)
| | verbinden (v) {n} [Telefon] - verbonden
- verbinden
- verbindt
- verbonden
- verbond
| |