Zoek woord aus dem Gedächtnis verlieren heeft 6 resultaten
DE Duits NL Nederlands
aus dem Gedächtnis verlieren (v) [vergessen] iemand ontgaan (v) [vergessen]

DE NL Vertalingen voor aus

aus (n) uit (n)
aus (o) [Ursprung] uit (o) [Ursprung]
aus (o) [Grund] uit (o) [Grund]
aus (o) [Platz] uit (o) [Platz]
aus (adv prep adj n v) [finished] op (adv prep adj n v) [finished]
aus [Besitz] van [Besitz]
aus (o) [Besitz] van (o) [Besitz]
aus (n adj v) [made of cotton] katoenen (n adj v) [made of cotton] (n adj v)
aus (o) [Platz] van (o) [Platz]
aus [Zeit] van [Zeit]

DE NL Vertalingen voor dem

dem [Relativpron. - Objekt - Sing.] dat [Relativpron. - Objekt - Sing.]
dem (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.] dat (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]
dem [Relativpron. - Objekt - Sing.] die [Relativpron. - Objekt - Sing.]
dem (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.] die (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]
dem [Relativpron. - indir. Obj. - Sing.] wie [Relativpron. - indir. Obj. - Sing.]
dem (o) [Relativpron. - indir. Obj. - Sing.] wie (o) [Relativpron. - indir. Obj. - Sing.]
dem [Relativpron. - Objekt - Sing.] welke [Relativpron. - Objekt - Sing.]
dem (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.] welke (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]

DE NL Vertalingen voor gedächtnis

Gedächtnis [Gehirn] {n} geheugen {n} [Gehirn]
Gedächtnis (n) [Gehirn] {n} geheugen (n) {n} [Gehirn]
Gedächtnis [Tod] {n} nagedachtenis {f} [Tod]
Gedächtnis (n) [Tod] {n} nagedachtenis (n) {f} [Tod]

DE NL Vertalingen voor verlieren

verlieren (v) verliezen (v)
verlieren (v) [Botanik] verliezen (v) [Botanik]
verlieren (v) [allgemein] verliezen (v) [allgemein]
verlieren (v) [Laut] afzwakken (v) [Laut]
verlieren [allgemein] kwijtraken [allgemein]
verlieren (v) [allgemein] kwijtraken (v) [allgemein]
verlieren (v) [Laut] wegsterven (v) [Laut]
verlieren (v) [Laut] vervagen (v) [Laut]
verlieren [Botanik] verliezen [Botanik]
verlieren [allgemein] verliezen [allgemein]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor aus dem gedächtnis verlieren NL Vertalingen
verlieren [vergessen] verliezen
entfallen [vergessen] ontglippen
verlegen [vergessen] schaapachtig
übersehen [vergessen] over het hoofd zien
verdrängen [vergessen] verdringen
entweichen [vergessen] komen van
zurücklassen [vergessen] achterlaten
versäumen [vergessen] verzuimen
entschwinden [vergessen] verdwijnen
liegen lassen [vergessen] laten liggen
vergessen [nicht mehr wissen] vergeten {n}
verlernen [nicht mehr wissen] verleren
entschlüpfen [nicht mehr wissen] ontglippen