Zoek woord in een mum van tijd heeft 8 resultaten
NL Nederlands IT Italiaans
in een mum van tijd (o) [periode] in un batter d'occhio (o) [periode]
in een mum van tijd (o) [tijd] in un batter d'occhio (o) [tijd]
in een mum van tijd (o) [periode] in un istante (o) [periode]
in een mum van tijd (o) [tijd] in un istante (o) [tijd]
in een mum van tijd (o) [periode] in un secondo (o) [periode]
NL Nederlands IT Italiaans
in een mum van tijd (o) [tijd] in un secondo (o) [tijd]
in een mum van tijd (o) [periode] in un attimo (o) [periode]
in een mum van tijd (o) [tijd] in un attimo (o) [tijd]

NL IT Vertalingen voor in

in (o) [in elk] presso (o) [in elk]
in (o) [nabijheid] presso (o) [nabijheid]
in (o) [richting] presso (o) [richting]
in (o) [voorzetsel] presso (o) [voorzetsel]
in (o) [in elk] in (o) [in elk]
in (o) [nabijheid] in (o) [nabijheid]
in (o) [richting] in (o) [richting]
in (o) [voorzetsel] in (o) [voorzetsel]
in (prep) [within a given time interval] durante (prep) [within a given time interval]
in (o) [in elk] dentro (o) [in elk]

NL IT Vertalingen voor een

een (v n) [to assign a role in a play or performance] {m} assegnare (v n) [to assign a role in a play or performance]
een (a) [algemeen] {m} qualche (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} qualche (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} qualche (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (a) [algemeen] {m} un (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} un (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} un (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} un (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} un (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (o) [onbepaald lidwoord] {m} un (o) [onbepaald lidwoord]

NL IT Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] per (o) [algemeen]
van (v prep) [be the property of] a (v prep) [be the property of]
van (o) [algemeen] di (o) [algemeen]
van (o) [bezit] di (o) [bezit]
van (o) [boeken] di (o) [boeken]
van (o) [materiaal] di (o) [materiaal]
van (o) [oorsprong] di (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] di (o) [plaats]
van (o) [tijd] di (o) [tijd]
van (o) [bezit] da (o) [bezit]

NL IT Vertalingen voor tijd

tijd (n v) [particular period of time in history] {m} età (n v) {f} [particular period of time in history]
tijd (n) [algemeen] {m} momento (n) {m} [algemeen]
tijd (n) [duur] {m} momento (n) {m} [duur]
tijd (n) [horloge] {m} momento (n) {m} [horloge]
tijd (n) [linguïstiek] {m} momento (n) {m} [linguïstiek]
tijd (n) [algemeen] {m} ora (n) {f} [algemeen]
tijd (n) [duur] {m} ora (n) {f} [duur]
tijd (n) [horloge] {m} ora (n) {f} [horloge]
tijd (n) [linguïstiek] {m} ora (n) {f} [linguïstiek]
tijd (n) [algemeen] {m} corso (n) {m} [algemeen]