Woxikon / Woordenboek / Nederlands Italiaans / I / in un istante

NL IT Nederlands Italiaans vertalingen voor in un istante

Zoek woord in un istante heeft 10 resultaten
Ga naar Italiaans » Nederlands
IT Italiaans NL Nederlands
in un istante (o) [periodo] in een oogwenk (o) [periodo]
in un istante (o) [tempo] in een oogwenk (o) [tempo]
in un istante (o) [periodo] in een mum van tijd (o) [periodo]
in un istante (o) [tempo] in een mum van tijd (o) [tempo]
in un istante (o) [periodo] in een handomdraai (o) [periodo]
IT Italiaans NL Nederlands
in un istante (o) [tempo] in een handomdraai (o) [tempo]
in un istante (o) [periodo] in minder dan geen tijd (o) [periodo]
in un istante (o) [tempo] in minder dan geen tijd (o) [tempo]
in un istante (o) [periodo] in een wip (o) [periodo]
in un istante (o) [tempo] in een wip (o) [tempo]

IT NL Vertalingen voor in

in opletten
in (o) [direzione] naar (o) [direzione]
in (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
in wachten {n}
in (o) [direzione] bij (o) {m} [direzione]
in (o) [in ogni] bij (o) {m} [in ogni]
in (o) [preposizione] bij (o) {m} [preposizione]
in (o) [prossimità] bij (o) {m} [prossimità]
in (o) [direzione] op (o) [direzione]
in (o) [in ogni] op (o) [in ogni]

IT NL Vertalingen voor un

un (a) [determinante indefinito] enig (a) [determinante indefinito]
un (a) [generale] enig (a) [generale]
un (a) [determinante indefinito] een zekere (a) [determinante indefinito]
un (a) [generale] een zekere (a) [generale]
un (a) [determinante indefinito] één of andere (a) [determinante indefinito]
un (a) [generale] één of andere (a) [generale]
un (o) [articolo indeterminativo] een (o) {m} [articolo indeterminativo]
un (a) [determinante indefinito] een (a) {m} [determinante indefinito]
un (a) [generale] een (a) {m} [generale]
un (conj n prep) [indefinite article] een (conj n prep) {m} [indefinite article]

IT NL Vertalingen voor istante

istante (n) [periodo] {m} momentje (n) {n} [periodo]
istante (n) [tempo] {m} momentje (n) {n} [tempo]
istante (n) [periodo] {m} oogwenk (n) {m} [periodo]
istante (n) [tempo] {m} oogwenk (n) {m} [tempo]
istante (n) [periodo] {m} knip (n) {m} [periodo]
istante (n) [tempo] {m} knip (n) {m} [tempo]
istante (n) [periodo] {m} ogenblik (n) {n} [periodo]
istante (n) [tempo] {m} ogenblik (n) {n} [tempo]
istante (n) [periodo] {m} moment (n) {n} [periodo]
istante (n) [tempo] {m} moment (n) {n} [tempo]