in een vrolijke stemmimg zijn vertaling - Nederlands Frans vertaling voor in een vrolijke stemmimg zijn

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Frans / I / in een vrolijke stemmimg zijn

Zoek woord in een vrolijke stemmimg zijn heeft 6 resultaten

Ga naar Nederlands » Frans

NL	Nederlands	FR	Frans
	in een vrolijke stemmimg zijn [gevoelstoestand]		être en train [gevoelstoestand]
	in een vrolijke stemmimg zijn [gevoelstoestand]		être plein d'entrain [gevoelstoestand]
	in een vrolijke stemmimg zijn [gevoelstoestand]		être plein de vivacité [gevoelstoestand]
	in een vrolijke stemmimg zijn [gevoelstoestand]		être en verve [gevoelstoestand]
	in een vrolijke stemmimg zijn [gevoelstoestand]		être tout joyeux [gevoelstoestand]

NL	Nederlands	FR	Frans
	in een vrolijke stemmimg zijn [gevoelstoestand]		être d'une gaieté folle [gevoelstoestand]

NL FR Vertalingen voor in

	in [in elk]		près de [in elk]
	in [nabijheid]		près de [nabijheid]
	in [richting]		près de [richting]
	in [voorzetsel]		près de [voorzetsel]
	in (prep) [within a given time interval]		pendant (prep) [within a given time interval]
	in (adj v) [legally qualified]		habilité (adj v) {f} [legally qualified]
	in [in elk]		en [in elk]
	in [nabijheid]		en [nabijheid]
	in [richting]		en [richting]
	in [voorzetsel]		en [voorzetsel]

NL FR Vertalingen voor een

	een (v) [to fart] {m}		lâcher (v) [to fart]
	een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m}		faire (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
	een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m}		complimenter (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
	een (v) [to fart] {m}		en (v) [to fart]
	een [algemeen] {m}		quelque [algemeen]
	een [hoofdtelwoord] {m}		quelque [hoofdtelwoord]
	een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m}		quelque [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
	een {m}		un {m}
	een [algemeen] {m}		un {m} [algemeen]
	een [hoofdtelwoord] {m}		un {m} [hoofdtelwoord]

NL FR Vertalingen voor zijn

	zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} geweest bent zijn was waren		avoir (v) {m} [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] aies eu aient eu aies aient
	zijn (v) [used to indicate weather, air quality, or the like] {n} geweest bent zijn was waren		faire (v) [used to indicate weather, air quality, or the like] aies fait aient fait fasses fassent
	zijn [filosofie] {n}		existence {f} [filosofie]
	zijn [algemeen] {n}		se trouver [algemeen]
	zijn [filosofie] {n}		se trouver [filosofie]
	zijn [plaats] {n}		se trouver [plaats]
	zijn {n} geweest bent zijn was waren		être {m} aies été aient été sois soient
	zijn [algemeen] {n} geweest bent zijn was waren		être {m} [algemeen] aies été aient été sois soient
	zijn [bestaan] {n} geweest bent zijn was waren		être {m} [bestaan] aies été aient été sois soient
	zijn [filosofie] {n} geweest bent zijn was waren		être {m} [filosofie] aies été aient été sois soient