être vertaling - Nederlands Frans vertaling voor être

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Frans / être

Zoek woord être heeft 42 resultaten

FR	Frans	NL	Nederlands
	être (n) [créature vivante] {m}		levend wezen (n) {n} [créature vivante]
	être (v) [to snub] {m}		iemand (v) [to snub]
	être (n) [créature] {m}		schepsel (n) {n} [créature]
	être (n) [créature vivante] {m}		schepsel (n) {n} [créature vivante]
	être (n) [living being] {m}		schepsel (n) {n} [living being]

FR	Frans	NL	Nederlands
	être (n conj) [a living creature] {m}		wezen (n conj) {n} [a living creature]
	être (n) [créature] {m}		wezen (n) {n} [créature]
	être (n) [créature vivante] {m}		wezen (n) {n} [créature vivante]
	être (n) [living being] {m}		wezen (n) {n} [living being]
	être (v) [occupy a place] {m}		wezen (v) {n} [occupy a place]
	être (n) [créature] {m}		levend wezen (n) {n} [créature]
	être (v) [catégorie] {m} aies été aient été sois soient		vallen (v) {n} [catégorie] gevallen vallen valt vielen viel
	être (n) [vie] {m} aies été aient été sois soient		leven (n) {n} [vie] geleefd leeft leven leefden leefde
	être {m} aies été aient été sois soient		zitten gezeten zit zitten zaten zat
	être (v) [occupy a place] {m} aies été aient été sois soient		zitten (v) [occupy a place] gezeten zit zitten zaten zat
	être {m} aies été aient été sois soient		plaatsvinden plaatsgevonden vinden plaats vonden plaats
	être (v) [occur, take place] {m} aies été aient été sois soient		plaatsvinden (v) [occur, take place] plaatsgevonden vinden plaats vonden plaats
	être {m} aies été aient été sois soient		staan gestaan staat staan stonden stond
	être (v) [occupy a place] {m} aies été aient été sois soient		staan (v) [occupy a place] gestaan staat staan stonden stond
	être (n) [living being] {m}		creatuur (n) [living being]
	être (v n) [colloquial: term of general disparagement] {m}		klote zijn (v n) [colloquial: term of general disparagement] (v n)
	être (v) [occur, take place] {m} aies été aient été sois soient		zijn (v) {n} [occur, take place] geweest zijn bent waren was
	être (v) [used to form the passive voice] {m} aies été aient été sois soient		worden (v) {n} [used to form the passive voice] geworden worden wordt werden werd
	être (v) [général] {m}		zich bevinden (v) [général]
	être (v) [lieu] {m}		zich bevinden (v) [lieu]
	être (v) [philosophie] {m}		zich bevinden (v) [philosophie]
	être {m} aies été aient été sois soient		liggen gelegen liggen ligt lagen lag
	être (v) [occupy a place] {m} aies été aient été sois soient		liggen (v) [occupy a place] gelegen liggen ligt lagen lag
	être {m} aies été aient été sois soient		zijn {n} geweest zijn bent waren was
	être (v) [général] {m} aies été aient été sois soient		zijn (v) {n} [général] geweest zijn bent waren was
	être (v) [lieu] {m} aies été aient été sois soient		zijn (v) {n} [lieu] geweest zijn bent waren was
	être (v) [occupy a place] {m} aies été aient été sois soient		zijn (v) {n} [occupy a place] geweest zijn bent waren was
	être (v n) [to hear a conversation one is not intended to hear] {m} aies été aient été sois soient		afluisteren (v n) {n} [to hear a conversation one is not intended to hear] afgeluisterd luisteren af luistert af luisterden af luisterde af
	être (v) [philosophie] {m} aies été aient été sois soient		zijn (v) {n} [philosophie] geweest zijn bent waren was
	être (v) [used to indicate that the subject and object are the same] {m} aies été aient été sois soient		zijn (v) {n} [used to indicate that the subject and object are the same] geweest zijn bent waren was
	être (v) [used to indicate that the subject has the qualities described by a noun or noun phrase] {m} aies été aient été sois soient		zijn (v) {n} [used to indicate that the subject has the qualities described by a noun or noun phrase] geweest zijn bent waren was
	être (v) [used to indicate that the subject plays the role of the predicate nominative] {m} aies été aient été sois soient		zijn (v) {n} [used to indicate that the subject plays the role of the predicate nominative] geweest zijn bent waren was
	être (n) [vie] {m} aies été aient été sois soient		zijn (n) {n} [vie] geweest zijn bent waren was
	être (v) [général] {m} aies été aient été sois soient		bestaan (v) {n} [général] bestaan bestaan bestaat bestonden bestond
	être (v) [lieu] {m} aies été aient été sois soient		bestaan (v) {n} [lieu] bestaan bestaan bestaat bestonden bestond
	être (v) [philosophie] {m} aies été aient été sois soient		bestaan (v) {n} [philosophie] bestaan bestaan bestaat bestonden bestond
	être (n) [vie] {m} aies été aient été sois soient		bestaan (n) {n} [vie] bestaan bestaan bestaat bestonden bestond

Frans Nederlands vertalingen

FR	Synoniemen voor être	NL	Vertalingen
	arriver [fait]		aankomen
	advenir [fait]		gebeuren
	exister [fait]		bestaan {n}
	avoir lieu [fait]		plaatsvinden
	fait [réalité] m		feit {n}
	phénomène [réalité] m		verschijnsel {n}
	événement [réalité] m		evenement {n}
	chose [réalité] (f] qui tape dans l'œil [c		ding {n}
	créature [personne] f		wezen {n}
	divinité [religion] f		goddelijkheid (n)
	esprit [religion] m		spooksel (n v)
	génie [religion] m		genie {n}
	grâce [religion] f		genade {m}
	dieu [religion] m		god {m}
	existence [essence] f		voorkomen {n}
	entité [essence] f		entiteit {f}
	conscience [âme] f		bewustzijn {n}
	moi [âme] m		me
	personnalité [âme] f		personage (f/n)
	souffle [âme] m		asem

Gratis multilingual online woordenboek

NL FR Nederlands Frans vertalingen voor être

Frans Nederlands vertalingen