Zoek woord zijn hart uitstorten heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
zijn hart uitstorten (v) [waarheid] sein Herz ausschütten (v) [waarheid]

NL DE Vertalingen voor zijn

zijn (v) {n} geben (v)
zijn (n) [bestaan] {n} Leben (n) {n} [bestaan]
zijn (n) [bestaan] {n} Sein (n) {n} [bestaan]
zijn (v) [filosofie] {n} existieren (v) [filosofie]
zijn (n) [filosofie] {n} Dasein (n) {n} [filosofie]
zijn {n} befinden (sich)
zijn (n) {n} sein (n)
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} sein (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} sein (v) [algemeen]
zijn (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] {n} sein (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]

NL DE Vertalingen voor hart

hart (n) [kern] {n} Mittelpunkt (n) {m} [kern]
hart (n) [kern] {n} Kern (n) {m} [kern]
hart (n) {n} Herz (n) {n}
hart (n) [anatomie] {n} Herz (n) {n} [anatomie]
hart (n) [kern] {n} Herz (n) {n} [kern]
hart (n) [kern] {n} Innerste (n) {n} [kern]
hart (n) [kern] {n} Zentrum (n) {n} [kern]

NL DE Vertalingen voor uitstorten

uitstorten (v) [gevoelens] seinen Gefühlen Luft machen (v) [gevoelens]
uitstorten (v) [gevoelens] seine Gefühle mitteilen (v) [gevoelens]