Zoek woord wieder dem Trunk ergeben heeft 2 resultaten
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
wieder dem Trunk ergeben [Alkoholismus] weer aan de drank zijn [Alkoholismus]
wieder dem Trunk ergeben (v) [Alkoholismus] weer aan de drank zijn (v) [Alkoholismus]

DE NL Vertalingen voor wieder

wieder (adv prep) [another time] opnieuw (adv prep) [another time]
wieder [nochmals] opnieuw [nochmals]
wieder (o) [nochmals] opnieuw (o) [nochmals]
wieder [von neuem] opnieuw [von neuem]
wieder (o) [von neuem] opnieuw (o) [von neuem]
wieder [nochmals] nog eens [nochmals]
wieder (o) [nochmals] nog eens (o) [nochmals]
wieder [von neuem] nog eens [von neuem]
wieder (o) [von neuem] nog eens (o) [von neuem]
wieder [von neuem] andermaal [von neuem]

DE NL Vertalingen voor dem

dem [Relativpron. - Objekt - Sing.] dat [Relativpron. - Objekt - Sing.]
dem (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.] dat (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]
dem [Relativpron. - Objekt - Sing.] die [Relativpron. - Objekt - Sing.]
dem (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.] die (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]
dem [Relativpron. - indir. Obj. - Sing.] wie [Relativpron. - indir. Obj. - Sing.]
dem (o) [Relativpron. - indir. Obj. - Sing.] wie (o) [Relativpron. - indir. Obj. - Sing.]
dem [Relativpron. - Objekt - Sing.] welke [Relativpron. - Objekt - Sing.]
dem (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.] welke (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]

DE NL Vertalingen voor trunk

Trunk [Getränk] {m} drank {m} [Getränk]
Trunk (n) [Getränk] {m} drank (n) {m} [Getränk]
Trunk (v n) [served alcoholic beverage] {m} drank (v n) {m} [served alcoholic beverage]
Trunk [Getränk] {m} drankje {n} [Getränk]
Trunk (n) [Getränk] {m} drankje (n) {n} [Getränk]
Trunk [Getränk] {m} verfrissing {f} [Getränk]
Trunk (n) [Getränk] {m} verfrissing (n) {f} [Getränk]
Trunk (v n) [served alcoholic beverage] {m} drinken (v n) {n} [served alcoholic beverage]
Trunk {m} drankske {n}

DE NL Vertalingen voor ergeben

ergeben (v) [Übereinkunft] (sich) opgeven (v) {n} [Übereinkunft]
ergeben [treu] (sich) toegewijd [treu]
ergeben (a) [treu] (sich) toegewijd (a) [treu]
ergeben (v) [militärisch] (sich) capituleren (v) [militärisch]
ergeben (v) [Übereinkunft] (sich) capituleren (v) [Übereinkunft]
ergeben (v) [Übereinkunft] (sich) bezwijken (v) [Übereinkunft]
ergeben (v n) [to produce as a result] (sich) voortbrengen (v n) [to produce as a result]
ergeben [treu] (sich) trouw {m} [treu]
ergeben (a) [treu] (sich) trouw (a) {m} [treu]
ergeben [treu] (sich) verknocht [treu]