Zoek woord in Stücke zerfallen heeft 4 resultaten
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
in Stücke zerfallen [Zerstörung] uit elkaar vallen {n} [Zerstörung]
in Stücke zerfallen (v) [Zerstörung] uit elkaar vallen (v) {n} [Zerstörung]
in Stücke zerfallen [Zerstörung] in stukken vallen [Zerstörung]
in Stücke zerfallen (v) [Zerstörung] in stukken vallen (v) [Zerstörung]

DE NL Vertalingen voor in

in (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
in (v) [to provoke someone to do wrong] verleiden (v) [to provoke someone to do wrong]
in [Nähe] bij {m} [Nähe]
in (o) [Nähe] bij (o) {m} [Nähe]
in [Nähe] op [Nähe]
in (o) [Nähe] op (o) [Nähe]
in (adj adv) [on fire] in vuur en vlam (adj adv) [on fire]
in [Nähe] aan [Nähe]
in (o) [Nähe] aan (o) [Nähe]
in [Mode] in [Mode]

DE NL Vertalingen voor zerfallen

zerfallen [Gebäude] vervallen {n} [Gebäude]
zerfallen (v) [Gebäude] vervallen (v) {n} [Gebäude]
zerfallen (v) [to decay] ontbinden (v) [to decay]
zerfallen [Zerstörung] uit elkaar vallen {n} [Zerstörung]
zerfallen (v) [Zerstörung] uit elkaar vallen (v) {n} [Zerstörung]
zerfallen [Zerstörung] uiteenvallen {n} [Zerstörung]
zerfallen (v) [Zerstörung] uiteenvallen (v) {n} [Zerstörung]
zerfallen (v) [break up into one's parts] uiteenvallen (v) {n} [break up into one's parts]
zerfallen (v) [break up into one's parts] desintegreren (v) [break up into one's parts]
zerfallen (v) [to decay] verrotten (v) [to decay]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor in stücke zerfallen NL Vertalingen
brechen [kaputtgehen] breken {n}
zerfallen [kaputtgehen] tot stof vergaan
springen [kaputtgehen] opspringen
eintreffen [kaputtgehen] arriveren
zerbrechen [kaputtgehen] kapot gaan
abfallen [kaputtgehen] in de steek laten {n}
platzen [kaputtgehen] openbarsten
untergehen [kaputtgehen] ondergaan
bersten [kaputtgehen] bersten
splittern [kaputtgehen] versplinteren
zerren [kaputtgehen] trekken {n}
herunterkommen [kaputtgehen] afdalen
kaputtgehen [kaputtgehen] kapot gaan
zu Grunde gehen [kaputtgehen] ten onder gaan
verrosten [kaputtgehen] oxideren