Zoek woord kapot gaan heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
kapot gaan (v) [intransitief] kaputtgehen (v) [intransitief]
kapot gaan (v) [intransitief] zerbrechen (v) [intransitief]

NL DE Vertalingen voor kapot

kapot (a) [fysische conditie] (informal) ermattet (a) [fysische conditie]
kapot (a) [fysische conditie] (informal) erschöpft (a) [fysische conditie]
kapot (adj) [having or displaying faults; not perfect; not adequate or acceptable] (informal) fehlerhaft (adj) [having or displaying faults; not perfect; not adequate or acceptable]
kapot (a) [fysische conditie] (informal) ausgepumpt (a) [fysische conditie]
kapot (a) [fysische conditie] (informal) erledigt (a) [fysische conditie]
kapot (a) [fysische conditie] (informal) hundemüde (a) [fysische conditie]
kapot (a) [fysische conditie] (informal) todmüde (a) [fysische conditie]
kapot (a) [algemeen] (informal) kaputt (a) [algemeen]
kapot (adj) [not working properly] (informal) kaputt (adj) [not working properly]
kapot (adj) [not working properly] (informal) gebrochen (adj) [not working properly]

NL DE Vertalingen voor gaan

gaan (v) [vertrek] aufbrechen (v) [vertrek]
gaan (v) gehen (v)
gaan (v) [algemeen] gehen (v) [algemeen]
gaan (v) [fysische activiteit] gehen (v) [fysische activiteit]
gaan (v n) [to move through space (especially from one place to another)] gehen (v n) [to move through space (especially from one place to another)]
gaan (v) [vertrek] gehen (v) [vertrek]
gaan (v) [vertrek] weggehen (v) [vertrek]
gaan (n) werden (n)
gaan (v n) [to move through space (especially from one place to another)] fliegen (v n) [to move through space (especially from one place to another)]
gaan (v) einsetzen (v)
NL Synoniemen voor kapot gaan DE Vertalingen
barsten [bezwijken] bersten
breken [bezwijken] n brechen (sich)
doorzakken [bezwijken] durchhängen
het begeven [bezwijken] versagen
bezwijken [barsten] ergeben (sich)