Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / F / falsch beurteilen

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor falsch beurteilen

Zoek woord falsch beurteilen heeft 4 resultaten
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
falsch beurteilen [Person] verkeerd beoordelen [Person]
falsch beurteilen (v) [Person] verkeerd beoordelen (v) [Person]
falsch beurteilen [Person] zich vergissen in [Person]
falsch beurteilen (v) [Person] zich vergissen in (v) [Person]

DE NL Vertalingen voor falsch

FALSCH (a) [Grund] misleidend (a) [Grund]
FALSCH (a) [Grund] bedrieglijk (a) [Grund]
FALSCH (a) [Sittlichkeit] slecht (a) [Sittlichkeit]
FALSCH (a) [Antwort] fout (a) {m} [Antwort]
FALSCH (a) [unrichtig] fout (a) {m} [unrichtig]
FALSCH (o) [verkehrt] fout (o) {m} [verkehrt]
FALSCH (a) [Dokument] vervalst (a) [Dokument]
FALSCH (a) [nachgebildet] niet echt (a) [nachgebildet]
FALSCH (a) [Antwort] verkeerd (a) [Antwort]
FALSCH (a) [Argumentation] verkeerd (a) [Argumentation]

DE NL Vertalingen voor beurteilen

beurteilen (v) [Urteil] beoordelen (v) [Urteil]
beurteilen (v) [schätzen] beoordelen (v) [schätzen]
beurteilen (v) [bewerten] beoordelen (v) [bewerten]
beurteilen (v) [Meinung] waarde toekennen (v) [Meinung]
beurteilen (v) [Meinung] schatten (v) [Meinung]
beurteilen [schätzen] schatten [schätzen]
beurteilen (v) [schätzen] schatten (v) [schätzen]
beurteilen [bewerten] evalueren [bewerten]
beurteilen (v) [bewerten] evalueren (v) [bewerten]
beurteilen (v) [Meinung] achten (v) [Meinung]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor falsch beurteilen NL Vertalingen
sich irren [sich verkalkulieren] vergissing {f}
sich verzählen [sich verkalkulieren] zich vertellen
sich verschätzen [sich verkalkulieren] zich misrekenen
falsch einschätzen [sich verkalkulieren] zich verkijken
sich verrechnen [sich verkalkulieren] verrekenen
unterschätzen [missdeuten] onderschatten
missachten [missdeuten] beschimpen
missverstehen [missdeuten] verkeerd interpreteren
unterbewerten [missdeuten] onderwaarderen
falsch deuten [missdeuten] verkeerd interpreteren
falsch verstehen [missdeuten] misverstaan
vereinfachen [bagatellisieren] makkelijker maken
verkleinern [bagatellisieren] herleiden
verfälschen [bagatellisieren] rommelen met
herabsetzen [bagatellisieren] denigreren
verharmlosen [bagatellisieren] geringachten
beschönigen [bagatellisieren] vergoelijken
herunterspielen [bagatellisieren] bagatelliseren
verniedlichen [bagatellisieren] afkraken
missdeuten [falsch auffassen] verkeerd interpreteren