NL DE Nederlands Duits alfabetisch woordenboek F
- faam ... fabrieksarbeidster
- fabrikant ... facultatief
- facultatief ... fait accompli
- fakir ... familie
- familie ... fanatisme
- fanfare ... farmacopee
- farmacopee ... fascinerende spreekster
- fascisme ... fatsoen
- fatsoen ... fax
- fax ... federatief
- federatief ... feilbaarheid
- feilloos ... feminisme
- feminisme ... fervent
- festijn ... fietskaart
- fietskaart ... fijngevoelig
- fijngevoelig ... fileren
- fileren ... filmmonteerder
- filmmonteerder ... filmster
- filmster ... filmvertoning
- filmvertoning ... Fin
- Fin ... fiscaal
- fiscaal ... flagstone
- flair ... flat
- flat ... flauw
- flauw ... flensje
- flensje ... flipperspel
- flipperspel ... flop
- flop ... fluisteren
- fluistert toe ... FM
- FM ... foelie
- foelie ... foneem
- foneem ... forensische geneeskunde
- forenzen ... fortuinlijk
- fortuinzoeker ... fotolithografie
- fotometer ... fraai
- fraai ... frank
- frankeert ... fratsels
- fraude ... fretten
- fretten ... frisheid
- frisheid ... frontaal
- frontispice ... frutselen aan
- frutsels ... functionaris
- functionaris ... fungicide
- fungicide ... fusillade
- fusillade ... futuristisch
- fuut ... fysische eigenschap
- fysische gewaarwording ... föhnen