Die Götter müssen verrückt sein vertaling - Nederlands Duits vertaling voor Die Götter müssen verrückt sein

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / D / Die Götter müssen verrückt sein

Zoek woord Die Götter müssen verrückt sein heeft eén resultaat

Ga naar

DE	Duits	NL	Nederlands
	Die Götter müssen verrückt sein		The Gods Must Be Crazy

DE NL Vertalingen voor die

	die (v n) [reverse or change the order of two]		verwisselen (v n) [reverse or change the order of two]
	die (v n) [reverse or change the order of two]		omwisselen (v n) [reverse or change the order of two]
	die [Relativpron. - Objekt - Sing.]		dat [Relativpron. - Objekt - Sing.]
	die (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]		dat (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]
	die [Relativpron. - Subjekt - Sing.]		dat [Relativpron. - Subjekt - Sing.]
	die (o) [Relativpron. - Subjekt - Sing.]		dat (o) [Relativpron. - Subjekt - Sing.]
	die [indikatives Determinativ - sing.]		dat [indikatives Determinativ - sing.]
	die (a) [indikatives Determinativ - sing.]		dat (a) [indikatives Determinativ - sing.]
	die (pronoun adv int determiner) [nonstandard relative pronoun]		dat (pronoun adv int determiner) [nonstandard relative pronoun]
	die (conj determiner pronoun adv) [which]		dat (conj determiner pronoun adv) [which]

DE NL Vertalingen voor götter

god {m}

DE NL Vertalingen voor müssen

	müssen [Notwendigkeit] gemusst musst müssen musstest mussten —		hoeven [Notwendigkeit] gehoefd hoeft hoeven hoefde hoefden
	müssen (v) [Notwendigkeit] gemusst musst müssen musstest mussten —		hoeven (v) [Notwendigkeit] gehoefd hoeft hoeven hoefde hoefden
	müssen [Hilfsverb] gemusst musst müssen musstest mussten —		moeten [Hilfsverb] gemoeten moet moeten moest moesten
	müssen (v) [Hilfsverb] gemusst musst müssen musstest mussten —		moeten (v) [Hilfsverb] gemoeten moet moeten moest moesten
	müssen [Notwendigkeit] gemusst musst müssen musstest mussten —		moeten [Notwendigkeit] gemoeten moet moeten moest moesten
	müssen (v) [Notwendigkeit] gemusst musst müssen musstest mussten —		moeten (v) [Notwendigkeit] gemoeten moet moeten moest moesten
	müssen [Wahrscheinlichkeit] gemusst musst müssen musstest mussten —		moeten [Wahrscheinlichkeit] gemoeten moet moeten moest moesten
	müssen (v) [Wahrscheinlichkeit] gemusst musst müssen musstest mussten —		moeten (v) [Wahrscheinlichkeit] gemoeten moet moeten moest moesten
	müssen [Notwendigkeit] gemusst musst müssen musstest mussten —		horen {m} [Notwendigkeit] gehoord hoort horen hoorde hoorden
	müssen (v) [Notwendigkeit] gemusst musst müssen musstest mussten —		horen (v) {m} [Notwendigkeit] gehoord hoort horen hoorde hoorden

DE NL Vertalingen voor verrückt

	verrückt [übergeschnappt]		dwaas {m} [übergeschnappt]
	verrückt (a) [übergeschnappt]		dwaas (a) {m} [übergeschnappt]
	verrückt [Person]		geschift [Person]
	verrückt (a) [Person]		geschift (a) [Person]
	verrückt (adj adv n) [insane, demented]		geschift (adj adv n) [insane, demented]
	verrückt [Grad]		geweldig [Grad]
	verrückt (a) [Grad]		geweldig (a) [Grad]
	verrückt [übergeschnappt]		mal [übergeschnappt]
	verrückt (a) [übergeschnappt]		mal (a) [übergeschnappt]
	verrückt [Idee]		idioot {m} [Idee]

DE NL Vertalingen voor sein

	Sein (n) [the state of being, existing, or occurring] {n}		voorkomen (n) {n} [the state of being, existing, or occurring]
	Sein [Leben] {n}		zijn {n} [Leben]
	Sein (n) [Leben] {n}		zijn (n) {n} [Leben]
	Sein [Leben] {n}		bestaan {n} [Leben]
	Sein (n) [Leben] {n}		bestaan (n) {n} [Leben]
	Sein (n) [the state of being, existing, or occurring] {n}		bestaan (n) {n} [the state of being, existing, or occurring]
	Sein (n conj) [the state or fact of existence] {n}		bestaan (n conj) {n} [the state or fact of existence]
	Sein [Leben] {n}		leven {n} [Leben]
	Sein (n) [Leben] {n}		leven (n) {n} [Leben]