Zoek woord belemmeren heeft 14 resultaten
NL Nederlands DE Duits
belemmeren (v) [plan] {n} verhindern (v) [plan]
belemmeren (n v) [to thwart or stump] {n} lahmlegen (n v) [to thwart or stump]
belemmeren (n) [hinderen] {n} Blockierung (n) {f} [hinderen]
belemmeren (v) [plan] {n} vereiteln (v) [plan]
belemmeren (n) [hinderen] {n} Aufschlämmung (n) {f} [hinderen]
NL Nederlands DE Duits
belemmeren (n) [hinderen] {n} Aufschüttung (n) {f} [hinderen]
belemmeren (n) [hinderen] {n} Behinderung (n) {f} [hinderen]
belemmeren (v) [activiteit] {n} beeinträchtigen (v) [activiteit]
belemmeren (v) [obstakel] {n} beeinträchtigen (v) [obstakel]
belemmeren (v) {n} behindern (v)
belemmeren (v) [obstakel] {n} behindern (v) [obstakel]
belemmeren (v) {n} hindern (v)
belemmeren (v) [activiteit] {n} hindern (v) [activiteit]
belemmeren (v) {n} hemmen (v)
NL Synoniemen voor belemmeren DE Vertalingen
hinderen [belemmeren] n tamować
dwarsbomen [tegenwerken] n pokrzyżować (pf.)
afzetten [blokkeren] n osadzić
versperren [blokkeren] blokować
tegenhouden [stremmen] blokować
afschermen [afremmen] osłaniać
remmen [afremmen] n hamulec {m}
saboteren [afremmen] sabotować
storen [afremmen] naprzykrzać się
verhinderen [afremmen] blokować
blokkeren [tegenhouden] n blokować