Zoek woord zwakte heeft 46 resultaten
NL Nederlands IT Italiaans
zwakte (n) [zwakheid] {f} manchevolezza (n) {f} [zwakheid]
zwakte (n) [voorkeur] {f} difetto (n) {m} [voorkeur]
zwakte (n) [zwakheid] {f} difetto (n) {m} [zwakheid]
zwakte (n) [gedrag] {f} debole (n) {m} [gedrag]
zwakte (n) [gezondheid] {f} debole (n) {m} [gezondheid]
NL Nederlands IT Italiaans
zwakte (n) [karakter] {f} debole (n) {m} [karakter]
zwakte (n) [voorkeur] {f} debole (n) {m} [voorkeur]
zwakte (n) [zwakheid] {f} debole (n) {m} [zwakheid]
zwakte (n) [gedrag] {f} manchevolezza (n) {f} [gedrag]
zwakte (n) [gezondheid] {f} manchevolezza (n) {f} [gezondheid]
zwakte (n) [karakter] {f} manchevolezza (n) {f} [karakter]
zwakte (n) [voorkeur] {f} manchevolezza (n) {f} [voorkeur]
zwakte (n) [karakter] {f} difetto (n) {m} [karakter]
zwakte (n) [gedrag] {f} infermità (n) {f} [gedrag]
zwakte (n) [gezondheid] {f} infermità (n) {f} [gezondheid]
zwakte (n) [karakter] {f} infermità (n) {f} [karakter]
zwakte (n) [voorkeur] {f} infermità (n) {f} [voorkeur]
zwakte (n) [zwakheid] {f} infermità (n) {f} [zwakheid]
zwakte (n) [gedrag] {f} punto debole (n) {m} [gedrag]
zwakte (n) [gezondheid] {f} punto debole (n) {m} [gezondheid]
zwakte (n) [karakter] {f} punto debole (n) {m} [karakter]
zwakte (n) [voorkeur] {f} punto debole (n) {m} [voorkeur]
zwakte (n) [zwakheid] {f} punto debole (n) {m} [zwakheid]
zwakte (n) [gezondheid] {f} astenia (n) {f} [gezondheid]
zwakte (n) [gedrag] {f} debolezza (n) {f} [gedrag]
zwakte (n) [gezondheid] {f} debolezza (n) {f} [gezondheid]
zwakte (n) [karakter] {f} debolezza (n) {f} [karakter]
zwakte (n) [voorkeur] {f} debolezza (n) {f} [voorkeur]
zwakte (n) [zwakheid] {f} debolezza (n) {f} [zwakheid]
zwakte (n) [gedrag] {f} fiacchezza (n) {f} [gedrag]
zwakte (n) [gezondheid] {f} fiacchezza (n) {f} [gezondheid]
zwakte (n) [karakter] {f} fiacchezza (n) {f} [karakter]
zwakte (n) [voorkeur] {f} fiacchezza (n) {f} [voorkeur]
zwakte (n) [zwakheid] {f} fiacchezza (n) {f} [zwakheid]
zwakte (n) [gedrag] {f} astenia (n) {f} [gedrag]
zwakte (n) [condition of being weak] {f} debolezza (n) {f} [condition of being weak]
zwakte (n) [karakter] {f} astenia (n) {f} [karakter]
zwakte (n) [voorkeur] {f} astenia (n) {f} [voorkeur]
zwakte (n) [zwakheid] {f} astenia (n) {f} [zwakheid]
zwakte (n) [gedrag] {f} fragilità (n) {f} [gedrag]
zwakte (n) [gezondheid] {f} fragilità (n) {f} [gezondheid]
zwakte (n) [karakter] {f} fragilità (n) {f} [karakter]
zwakte (n) [voorkeur] {f} fragilità (n) {f} [voorkeur]
zwakte (n) [zwakheid] {f} fragilità (n) {f} [zwakheid]
zwakte (n) [gedrag] {f} difetto (n) {m} [gedrag]
zwakte (n) [gezondheid] {f} difetto (n) {m} [gezondheid]
NL Synoniemen voor zwakte IT Vertalingen
broosheid [breekbaarheid] f křehkost