NL IT Nederlands Italiaans alfabetisch woordenboek Z
- zaad ... zaagsel
- zaagsel ... zacht wrikken
- zacht zingen ... zakachtig
- zakachtig ... zakken
- zakken ... zalf
- zalig ... zandloper
- zandloper ... zatheid
- ze ... zedeloos
- zeden ... zeebodem
- zeebries ... zeemleder
- zeemleder ... zeer beslist
- zeer brandbaar ... zeer gunstig spreken over
- zeer gunstig spreken over ... zeeschelp
- zeeschelp ... zeeëgel
- zeeëgel ... zeker zijn
- zekere ... zelfbeheersing
- zelfbeheersing ... zelfingenomen man
- zelfingenomen man ... zelfrijzend bakmeel
- zelfs ... zelfzucht
- zelfzucht ... zemelaar
- zemelaar ... zenuwinzinking
- zenuwinzinking ... zenuwtrekking
- zenuwtrekking ... zeszijdig
- zeszijdig ... zich
- zich ... zich aanmatigen
- zich aanmatigen ... zich aansluiten bij
- zich aansluiten bij ... zich afmaken van
- zich afmaken van ... zich afzonderen
- zich afzonderen ... zich bespottelijk maken
- zich bespottelijk maken ... zich bezighouden met
- zich bezighouden met ... zich dikdoenerig gedragen
- zich dikdoenerig gedragen ... zich eigen maken
- zich eigen maken ... zich graag meten met anderen
- zich grimeren ... zich in een groep verenigen
- zich in een groep verenigen ... zich inschepen
- zich inschrijven ... zich kronkelen
- zich kunnen permitteren ... zich neerleggen
- zich neerleggen ... zich onderscheiden
- zich onderscheiden ... zich oprichten
- zich oprichten ... zich richten tot
- zich richten tot ... zich schrap zetten
- zich schrap zetten ... zich toeëigenen
- zich toeëigenen ... zich uitputten
- zich uitputten ... zich uitrekken
- zich uitschrijven ... zich vasthouden
- zich vasthouden ... zich verdringen
- zich verdringen ... zich verkleden
- zich verkleden ... zich vermommen
- zich vermommen ... zich verstrooien
- zich vertonen ... zich voorstellen
- zich voorstellen ... zich wreken
- zich wreken ... zich zorgen maken over
- zich zorgen maken over ... zichzelf meester
- zichzelf meester ... ziek zijn
- ziek zijn ... ziekenbezoek
- ziekengeld ... zieker
- ziekjes ... ziektegeval
- ziektegeval ... zien kwijt te raken
- zien kwijt te raken ... zijderups
- zijdezeefdruk ... zijn hoogtepunt bereiken
- zijn hoogtepunt bereiken ... zijn studie niet afmaken
- zijn tenten opslaan ... zijn veto uitspreken over
- zijn veto uitspreken over ... zijslag
- zijspan ... zin
- zin ... zinnebeeldig
- zinnebeeldig ... zitten te friemelen met
- zitten te friemelen met ... zoals gewoonlijk
- zoals gewoonlijk ... zoete maïs
- zoethouden ... zomersproet
- zomersproet ... zonder botten
- zonder dat iemand het weet ... zonder enige twijfel
- zonder enige twijfel ... zonder mededogen
- zonder mededogen ... zonder ook maar de geringste twijfel
- zonder ook maar de geringste twijfel ... zonder uitdrukking
- zonder uitdrukking ... zonder zich bloot te geven
- zonder zorgen ... zoogster
- zoogster ... zorgvuldig
- zorgvuldig ... zou terugkrijgen
- zou terugkrijgen ... zout
- zout ... zuidoostwaarts
- zuidoostwaarts ... Zuidpoolgebied
- Zuidpoolgebied ... zuilengang
- zuilengang ... zuiveringszout
- zuiverste voorbeeld ... zult geschokschouderd hebben
- zult geschokschouderd hebben ... zusterschap
- zuur ... zwaar gebouwd
- zwaar gebouwd ... zwaarlijvig
- zwaarlijvig ... zwade
- zwade ... zwak punt
- zwak punt ... zwakzinnig
- zwakzinnig ... zwanger worden
- zwangerschap ... zwangerschap onderbreken
- zwangerschap onderbreken ... zwarte aalbes
- zwarte aalbes ... zwavel-
- zwavelachtig ... zwembroek
- zwembroek ... zwendelaar
- zwendelaar ... zwetend
- zwetend ... Zwitserse
- zwoegen ... zwoeger
- zwoeger ... zwoel