Zoek woord stanchezza heeft 4 resultaten
Ga naar
IT Italiaans NL Nederlands
stanchezza (n) [spossatezza] {f} uitputting (n) {f} [spossatezza]
stanchezza (n) [spossatezza] {f} afgematheid (n) {f} [spossatezza]
stanchezza (n) [condizione fisica] {f} vermoeidheid (n) {f} [condizione fisica]
stanchezza (n) [spossatezza] {f} vermoeidheid (n) {f} [spossatezza]

Italiaans Nederlands vertalingen

IT Synoniemen voor stanchezza NL Vertalingen
esaurimento [fiacchezza] m uitputting {f}
deperimento [fiacchezza] m wegteren
debolezza [fiacchezza] f zwakte {f}
spossatezza [affaticamento] f uitputting {f}
fatica [affaticamento] f inspanning {f}
logoramento [sfinimento] m slijtage {f}
rilassamento [abbandono] m laksheid {f}
languore [prostrazione] m slapte {f}
abbattimento [prostrazione] m bedruktheid {f}
sfinimento [prostrazione] m uitputting {f}
fiacchezza [spossatezza] f zwakte {f}
nausea [noia] f misselijkheid {f}
fastidio [noia] m moeite {f}
sazietà [noia] f overmaat {m}
tedio [noia] m verveling {f}
rottura [noia] f ontregeling (n)