Zoek woord ontbreken heeft 15 resultaten
NL Nederlands IT Italiaans
ontbreken (n) [hoeveelheid] {n} assenza (n) {f} [hoeveelheid]
ontbreken (n) [lack; deficiency; nonexistence] {n} assenza (n) {f} [lack; deficiency; nonexistence]
ontbreken (v) [afwezigheid] {n} mancare (v) [afwezigheid]
ontbreken (v) [tekort] {n} mancare (v) [tekort]
ontbreken (v) [woorden] {n} mancare (v) [woorden]
NL Nederlands IT Italiaans
ontbreken (v) [afwezigheid] {n} mancare di (v) [afwezigheid]
ontbreken (v) [tekort] {n} mancare di (v) [tekort]
ontbreken (v) [woorden] {n} mancare di (v) [woorden]
ontbreken (v) [afwezigheid] {n} accorgersi della sparizione di (v) [afwezigheid]
ontbreken (v) [tekort] {n} accorgersi della sparizione di (v) [tekort]
ontbreken (v) [woorden] {n} accorgersi della sparizione di (v) [woorden]
ontbreken (n) [hoeveelheid] {n} mancanza (n) {f} [hoeveelheid]
ontbreken (n) [hoeveelheid] {n} carenza (n) {f} [hoeveelheid]
ontbreken (n) [hoeveelheid] {n} scarsità (n) {f} [hoeveelheid]
ontbreken (n) [hoeveelheid] {n} insufficienza (n) {f} [hoeveelheid]
NL Synoniemen voor ontbreken IT Vertalingen
schelen [ontbreken] molestar
schorten [mankeren] retrasar
afwezigheid [gemis] f falta {f}
tekort [gemis] n déficit {m}
gemis [afwezigheid] n falta {f}