stapel zijn op vertaling - Nederlands Frans vertaling voor stapel zijn op

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Frans / S / stapel zijn op

Zoek woord stapel zijn op heeft 4 resultaten

Ga naar

NL	Nederlands	FR	Frans
	stapel zijn op [liefde]		être amoureux de [liefde]
	stapel zijn op [liefde]		être épris de [liefde]
	stapel zijn op [liefde]		être follement amoureux de [liefde]
	stapel zijn op [liefde]		être follement épris de [liefde]

NL FR Vertalingen voor stapel

	stapel [gedrag] {m}		bête {f} [gedrag]
	stapel [hoeveelheid] {m}		réserve {f} [hoeveelheid]
	stapel [gedrag] {m}		sot {m} [gedrag]
	stapel [gedrag] {m}		étourdi [gedrag]
	stapel (n v) [a pile of identical objects] {m}		pile (n v) {f} [a pile of identical objects]
	stapel [hoeveelheid] {m}		pile {f} [hoeveelheid]
	stapel [hout] {m}		pile {f} [hout]
	stapel [gedrag] {m}		timbré [gedrag]
	stapel [hoeveelheid] {m}		tas {m} [hoeveelheid]
	stapel [hout] {m}		tas {m} [hout]

NL FR Vertalingen voor zijn

	zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} geweest bent zijn was waren		avoir (v) {m} [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] aies eu aient eu aies aient
	zijn (v) [used to indicate weather, air quality, or the like] {n} geweest bent zijn was waren		faire (v) [used to indicate weather, air quality, or the like] aies fait aient fait fasses fassent
	zijn [filosofie] {n}		existence {f} [filosofie]
	zijn [algemeen] {n}		se trouver [algemeen]
	zijn [filosofie] {n}		se trouver [filosofie]
	zijn [plaats] {n}		se trouver [plaats]
	zijn {n} geweest bent zijn was waren		être {m} aies été aient été sois soient
	zijn [algemeen] {n} geweest bent zijn was waren		être {m} [algemeen] aies été aient été sois soient
	zijn [bestaan] {n} geweest bent zijn was waren		être {m} [bestaan] aies été aient été sois soient
	zijn [filosofie] {n} geweest bent zijn was waren		être {m} [filosofie] aies été aient été sois soient

NL FR Vertalingen voor op

	op (adj v) [being exhausted or fully spent]		mort (adj v) {f} [being exhausted or fully spent]
	op		sur
	op (prep adv) [being above and in contact with another]		sur (prep adv) [being above and in contact with another]
	op [deel]		sur [deel]
	op [dimensie]		sur [dimensie]
	op [ter ere van]		sur [ter ere van]
	op [voorzetsel]		sur [voorzetsel]
	op [wakker]		sur [wakker]
	op [nabijheid]		près de [nabijheid]
	op [algemeen]		concernant [algemeen]