Zoek woord om het even wie die heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
om het even wie die [onbepaald voornaamwoord] quiconque [onbepaald voornaamwoord]

NL FR Vertalingen voor om

om [algemeen] autour de [algemeen]
om (prep adv adj) [on every side of] autour de (prep adv adj) [on every side of]
om [rond] autour de [rond]
om [tijd] autour de [tijd]
om [tijd] vers {m} [tijd]
om [algemeen] autour [algemeen]
om [rond] autour [rond]
om [tijd] autour [tijd]
om [algemeen] alentour [algemeen]
om [rond] alentour [rond]

NL FR Vertalingen voor het

het (n v abbr) [work, suffice] aller (n v abbr) [work, suffice]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] ce [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] ce [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] ça [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] ça [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] cela [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] cela [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het le
het (article adv) [article] le (article adv) [article]
het [bepaald lidwoord] le [bepaald lidwoord]

NL FR Vertalingen voor even

even (adj v adv n) [arithmetic: divisible by two] paire (adj v adv n) {f} [arithmetic: divisible by two]
even [een poosje] un peu {m} [een poosje]
even [periode] un peu {m} [periode]
even (adj v adv n) [arithmetic: divisible by two] pair (adj v adv n) {m} [arithmetic: divisible by two]
even [getal] pair {m} [getal]
even [wiskunde] pair {m} [wiskunde]
even [een poosje] un moment [een poosje]
even [periode] un moment [periode]
even [een poosje] un instant [een poosje]
even [periode] un instant [periode]

NL FR Vertalingen voor wie

wie [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.] que [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.]
wie [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.] que [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.]
wie [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] que [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
wie [bettr. vnw. - onderwerp - pl.] que [bettr. vnw. - onderwerp - pl.]
wie qui
wie [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.] qui [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.]
wie [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.] qui [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.]
wie [bettr. vnw. - meewerkend vw. - enk.] qui [bettr. vnw. - meewerkend vw. - enk.]
wie [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] qui [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
wie [bettr. vnw. - onderwerp - pl.] qui [bettr. vnw. - onderwerp - pl.]

NL FR Vertalingen voor die

die (determiner pronoun n) [(''relative'') who, whom, what] que (determiner pronoun n) [(''relative'') who, whom, what]
die [aanwijzend] que [aanwijzend]
die [aanwijzend voornaamwoord - mv.] que [aanwijzend voornaamwoord - mv.]
die [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.] que [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.]
die [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.] que [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.]
die [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] que [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
die [bettr. vnw. - onderwerp - pl.] que [bettr. vnw. - onderwerp - pl.]
die [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.] que [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.]
die [bettr. vnw. - voorwerp. - mv.] que [bettr. vnw. - voorwerp. - mv.]
die (conj determiner pronoun adv) [which] que (conj determiner pronoun adv) [which]