Woxikon / Woordenboek / Nederlands Frans / I / indiquer

NL FR Nederlands Frans vertalingen voor indiquer

Zoek woord indiquer heeft 68 resultaten
Ga naar Frans » Nederlands
FR Frans NL Nederlands
indiquer (n v) [make known] bekendmaken (n v) [make known]
indiquer (v) [technique] de wenselijkheid aantonen van (v) [technique]
indiquer (v) [médecine] de wenselijkheid aantonen van (v) [médecine]
indiquer (v) [dénoter] de wenselijkheid aantonen van (v) [dénoter]
indiquer (v) [direction] de wenselijkheid aantonen van (v) [direction]
FR Frans NL Nederlands
indiquer (v) [technique] registreren (v) [technique]
indiquer (v) [médecine] registreren (v) [médecine]
indiquer (v) [dénoter] registreren (v) [dénoter]
indiquer (v) [direction] registreren (v) [direction]
indiquer (v) [conduite] uitdrukken (v) [conduite]
indiquer (v) [présage] voorspellen (v) {n} [présage]
indiquer (v) [technique] wijzen op (v) [technique]
indiquer (v) [signe] wijzen op (v) [signe]
indiquer (v) [show] wijzen op (v) [show]
indiquer (v) [médecine] wijzen op (v) [médecine]
indiquer (v) [dénoter] wijzen op (v) [dénoter]
indiquer (v) [direction] wijzen op (v) [direction]
indiquer (v) [signe] een aanwijzing zijn voor (v) [signe]
indiquer (v int n) [to indicate in a written form] staan (v int n) [to indicate in a written form]
indiquer (v) [show] wijzen (v) [show]
indiquer (v) [doigt] wijzen (v) [doigt]
indiquer (v) [direction] wijzen (v) [direction]
indiquer (v) [indication] duidelijk maken (v) [indication]
indiquer (v) [indication] signaleren (v) [indication]
indiquer (v) [signe] een teken zijn voor (v) [signe]
indiquer (v) [signe] een indicatie zijn voor (v) [signe]
indiquer (v) [technique] duiden op (v) [technique]
indiquer (v) [dénoter] een teken zijn van (v) [dénoter]
indiquer (v) [présage] beloven (v) [présage]
indiquer (v) [présage] betekenen (v) [présage]
indiquer (v) [présage] beduiden (v) [présage]
indiquer (v) [indication] zeggen (v) [indication]
indiquer (v) [conduite] getuigen van (v) [conduite]
indiquer (v) [conduite] weerspiegelen (v) [conduite]
indiquer (v) [show] aanduiden (v) [show]
indiquer (v) [médecine] suggereren (v) [médecine]
indiquer (v) [dénoter] suggereren (v) [dénoter]
indiquer (v) [technique] aangeven (v) [technique]
indiquer (v) [show] aangeven (v) [show]
indiquer (v) [médecine] aangeven (v) [médecine]
indiquer (v) [dénoter] aangeven (v) [dénoter]
indiquer (v) [direction] aangeven (v) [direction]
indiquer (v) [technique] aanduiden (v) [technique]
indiquer (v) [show] suggereren (v) [show]
indiquer (v) [médecine] aanduiden (v) [médecine]
indiquer (v) [dénoter] aanduiden (v) [dénoter]
indiquer (v) [direction] aanduiden (v) [direction]
indiquer (v) [show] tonen (v) {n} [show]
indiquer (v) [dénoter] tonen (v) {n} [dénoter]
indiquer (v) [doigt] tonen (v) {n} [doigt]
indiquer (v) [direction] tonen (v) {n} [direction]
indiquer (v) [dénoter] aanwijzen (v) [dénoter]
indiquer (v) [signe] duiden op (v) [signe]
indiquer (v) [show] duiden op (v) [show]
indiquer (v) [médecine] duiden op (v) [médecine]
indiquer (v) [dénoter] duiden op (v) [dénoter]
indiquer (v) [direction] duiden op (v) [direction]
indiquer (v) [technique] aanwijzen (v) [technique]
indiquer (v) [show] aanwijzen (v) [show]
indiquer (v) [médecine] aanwijzen (v) [médecine]
indiquer (v int n) [to indicate in a written form] opgeven (v int n) {n} [to indicate in a written form]
indiquer (v) [direction] aanwijzen (v) [direction]
indiquer (v) [technique] indiceren (v) [technique]
indiquer (v) [show] indiceren (v) [show]
indiquer (v) [médecine] indiceren (v) [médecine]
indiquer (v) [dénoter] indiceren (v) [dénoter]
indiquer (v) [direction] indiceren (v) [direction]
indiquer (v) [signe] suggereren (v) [signe]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor indiquer NL Vertalingen
montrer [émotion] an den Tag legen
révéler [émotion] veröffentlichen
accuser [émotion] beschuldigen
fixer [déterminer] befestigen
délimiter [déterminer] begrenzen
marquer [déterminer] ankreuzen
appeler [déterminer] nennen
assigner [déterminer] zuweisen
démontrer [document] demonstrieren
prouver [document] beweisen
témoigner [document] bezeugen
attester [document] aussagen
aviser [prévenir] informieren
signaler [prévenir] signalisieren
apprendre [prévenir] beibringen
annoncer [prévenir] ankündigen
dénoncer [prévenir] denunzieren
dire [prévenir] sagen
informer [prévenir] informieren
instruire [prévenir] trainieren