Zoek woord être présent heeft 5 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
être présent (v) [objets] voorkomen (v) {n} [objets]
être présent (v) [conférence] bijwonen (v) [conférence]
être présent (v) [conférence] aanwezig zijn bij (v) [conférence]
être présent (v) [conférence] aanwezig zijn (v) [conférence]
être présent (v) [objets] aanwezig zijn (v) [objets]

FR NL Vertalingen voor être

être (v n) [to hear a conversation one is not intended to hear] {m} afluisteren (v n) {n} [to hear a conversation one is not intended to hear]
être (v) [used to form the passive voice] {m} worden (v) {n} [used to form the passive voice]
être (v) [général] {m} zich bevinden (v) [général]
être (v) [lieu] {m} zich bevinden (v) [lieu]
être (v) [philosophie] {m} zich bevinden (v) [philosophie]
être {m} liggen
être (v) [occupy a place] {m} liggen (v) [occupy a place]
être {m} zijn {n}
être (v) [général] {m} zijn (v) {n} [général]
être (v) [lieu] {m} zijn (v) {n} [lieu]

FR NL Vertalingen voor présent

présent (a) [circonstances] {m} actueel (a) [circonstances]
présent (a) [courant] {m} actueel (a) [courant]
présent (a) [temps] {m} actueel (a) [temps]
présent (a) [circonstances] {m} huidig (a) [circonstances]
présent (a) [courant] {m} huidig (a) [courant]
présent (a) [temps] {m} huidig (a) [temps]
présent (a) [circonstances] {m} tegenwoordig (a) [circonstances]
présent (a) [courant] {m} tegenwoordig (a) [courant]
présent (a) [temps] {m} tegenwoordig (a) [temps]
présent (a) [personne] {m} aanwezig (a) [personne]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor être présent NL Vertalingen
présent [à présent] m cadeau {n}