Woxikon / Woordenboek / Nederlands Spaans / E / een compromis sluiten

NL ES Nederlands Spaans vertalingen voor een compromis sluiten

Zoek woord een compromis sluiten heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands ES Spaans
een compromis sluiten (v) [overeenkomst] llegar a un arreglo (v) [overeenkomst]

NL ES Vertalingen voor een

een (n v) [to bathe using a shower] {m} bañarse (n v) [to bathe using a shower]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} felicitar (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} ducharse (n v) [to bathe using a shower]
een {m} un
een (a) [algemeen] {m} un (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} un (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} un (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} un (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} un (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (o) [onbepaald lidwoord] {m} un (o) [onbepaald lidwoord]

NL ES Vertalingen voor compromis

compromis (n v) [settlement of differences by arbitration or by consent reached by mutual concessions] {n} acuerdo (n v) {m} [settlement of differences by arbitration or by consent reached by mutual concessions]
compromis (n) [algemeen] {n} arreglo (n) {m} [algemeen]
compromis (n v) [settlement of differences by arbitration or by consent reached by mutual concessions] {n} arreglo (n v) {m} [settlement of differences by arbitration or by consent reached by mutual concessions]
compromis (n) [algemeen] {n} avenencia (n) {f} [algemeen]
compromis (n) [situation in which one thing must be decreased for another to be increased] {n} dilema (n) {m} [situation in which one thing must be decreased for another to be increased]
compromis (n v) [settlement of differences by arbitration or by consent reached by mutual concessions] {n} compromiso (n v) {m} [settlement of differences by arbitration or by consent reached by mutual concessions]

NL ES Vertalingen voor sluiten

sluiten (v) [bedrijf] {n} liquidar (v) [bedrijf]
sluiten (v) [deur] {n} liquidar (v) [deur]
sluiten (v) [fabriek] {n} liquidar (v) [fabriek]
sluiten (v) [subject] {n} liquidar (v) [subject]
sluiten (v) [vergadering] {n} liquidar (v) [vergadering]
sluiten (v) [bedrijf] {n} terminar (v) [bedrijf]
sluiten (v) [deur] {n} terminar (v) [deur]
sluiten (v) [fabriek] {n} terminar (v) [fabriek]
sluiten (v n adj) [put an end to] {n} terminar (v n adj) [put an end to]
sluiten (v) [subject] {n} terminar (v) [subject]