Zoek woord Canons Regular of the Order of the Holy Cross heeft eén resultaat
Ga naar

EN NL Vertalingen voor regular

regular (a) [correct] juist (a) [correct]
regular (a) [supply] voortdurend (a) [supply]
regular (a) [supply] constant (a) [supply]
regular (a) [movement] gestaag (a) [movement]
regular (a) [correct] correct (a) [correct]
regular (a) [customer] vast (a) [customer]
regular (a) [movement] gelijkmatig (a) [movement]
regular (a) [customer] regelmatig (a) [customer]
regular (a) [general] regelmatig (a) [general]
regular (a) [supply] regelmatig (a) [supply]

EN NL Vertalingen voor of

of van
of (o) [books] van (o) [books]
of (o) [general] van (o) [general]
of (o) [material] van (o) [material]
of (o) [origin] van (o) [origin]
of (o) [possession] van (o) [possession]
of (o) [origin] uit (o) [origin]
of (o) [general] voor (o) {m} [general]
of (o) [time] voor (o) {m} [time]
of (o) [general] met (o) [general]

EN NL Vertalingen voor the

the de
the (o) [definite article] de (o) [definite article]
the (o) [definite article] het (o) [definite article]
the (article adv) ['''the''' + ~''comparative'', '''the''' + ''comparative''] hoe (article adv) ['''the''' + ~''comparative'', '''the''' + ''comparative'']
the aan de
the aan het
the naar de
the het

EN NL Vertalingen voor order

order (n) [disposal] schikking (n) {f} [disposal]
order aanvoeren
order (v) [classification] schikken (v) [classification]
order (v) [classification] ordenen (v) [classification]
order (v) [classification] rangschikken (v) [classification]
order (n) [disposal] plaatsing (n) {f} [disposal]
order (n) [disposal] ordening (n) {f} [disposal]
order (n) [disposal] rangschikking (n) {f} [disposal]
order (v) [enjoin] opleggen (v) {n} [enjoin]
order (v) [enjoin] bevelen (v) [enjoin]

EN NL Vertalingen voor holy

holy (a) [religion] gewijd (a) [religion]
holy (a) [religion] geheiligd (a) [religion]
holy (a) [religion] gezegend (a) [religion]
holy (a) [religion] heilig (a) [religion]
holy (a) [religion] sacraal (a) [religion]

EN NL Vertalingen voor cross

cross kruis {n}
cross (n) [general] kruis (n) {n} [general]
cross (n) [religion] kruis (n) {n} [religion]
cross (v) [aviation] oversteken (v) [aviation]
cross (v) [border] oversteken (v) [border]
cross (v) [travel] oversteken (v) [travel]
cross (v) [travel] trekken door (v) [travel]
cross (v) [travel] doorkruisen (v) [travel]
cross (v) [travel] doortrekken (v) [travel]
cross (v) [aviation] vliegen over (v) [aviation]