Zoek woord zurückprallen heeft 6 resultaten
DE Duits NL Nederlands
zurückprallen [Bewegung] terugkaatsen [Bewegung]
zurückprallen (v) [Bewegung] terugkaatsen (v) [Bewegung]
zurückprallen [Bewegung] terugspringen [Bewegung]
zurückprallen (v) [Bewegung] terugspringen (v) [Bewegung]
zurückprallen [Bewegung] stuiten [Bewegung]
DE Duits NL Nederlands
zurückprallen (v) [Bewegung] stuiten (v) [Bewegung]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor zurückprallen NL Vertalingen
zurückschrecken [zurückweichen] terugdeinzen
zurückfahren [zurückweichen] teruggaan
fliehen [zurückschrecken] vluchten
umgehen [zurückschrecken] vermijden
fürchten [zurückschrecken] opzien {n}
ausweichen [zurückschrecken] opzij gaan
meiden [zurückschrecken] schuwen
erschrecken [zurückschrecken] bang worden
zucken [zurückschrecken] trekken {n}
sich entziehen [zurückschrecken] zich onttrekken aan
sich ängstigen [zurückschrecken] ongerust zijn
sich schämen [zurückschrecken] verlegen zijn
Angst haben [zurückschrecken] Tomášov
zurückspringen [zurückschnellen] terugspringen
scheuen [zurückschaudern] ontwijken {n}
zurückweichen [zurückschaudern] achteruitwijken
zurückschnellen [zurückprallen] terugspringen
abprallen [zurückprallen] stuiten
abgehen [abprallen] losmaken
abspringen [zurückfedern] losschieten