Zoek woord wat ben je aan het doen_ heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
wat ben je aan het doen_ (phrase) [what are you doing] (phrase) was machen Sie_ (phrase) [what are you doing] (phrase)
wat ben je aan het doen_ (phrase) [what are you doing] (phrase) was tun Sie_ (phrase) [what are you doing] (phrase)
wat ben je aan het doen_ (phrase) [what are you doing] (phrase) was machst du_ (phrase) [what are you doing] (phrase)
wat ben je aan het doen_ (phrase) [what are you doing] (phrase) was tust du_ (phrase) [what are you doing] (phrase)

NL DE Vertalingen voor wat

wat (a) [algemeen] etwas (a) [algemeen]
wat (o) [graad] etwas (o) [graad]
wat (o) [hoeveelheid] etwas (o) [hoeveelheid]
wat (pronoun determiner adv) [unspecified amount of] etwas (pronoun determiner adv) [unspecified amount of]
wat (o) [onbepaald voornaamwoord - enk.] was immer (o) [onbepaald voornaamwoord - enk.]
wat (o) [onbepaald voornaamwoord - enk.] was auch immer (o) [onbepaald voornaamwoord - enk.]
wat (pronoun adv int determiner) [such] so (pronoun adv int determiner) [such]
wat (o) [interjectie] Verzeihung (o) {f} [interjectie]
wat (pronoun adv int determiner) [nonstandard relative pronoun] das (pronoun adv int determiner) [nonstandard relative pronoun]
wat (o) [vervangend betr. vnw. - enk.] das (o) [vervangend betr. vnw. - enk.]

NL DE Vertalingen voor ben

NL DE Vertalingen voor je

je (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)] deine (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)]
je (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.] deine (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.]
je (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] deine (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]
je (pronoun conj) [possessive determiner] deine (pronoun conj) [possessive determiner]
je (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)] Ihre (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)]
je (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)] dein (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)]
je (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] dein (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]
je (pronoun conj) [possessive determiner] dein (pronoun conj) [possessive determiner]
je (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)] Ihr (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)]
je (o) [algemeen] dich (o) [algemeen]

NL DE Vertalingen voor aan

aan (o) [nabijheid] in (o) [nabijheid]
aan (o) [nabijheid] bei (o) [nabijheid]
aan (n) [denoting unit price] je (n) [denoting unit price]
aan (adv prep adj n v) [next] dran (adv prep adj n v) [next]

NL DE Vertalingen voor het

het (n v abbr) [work, suffice] reichen (n v abbr) [work, suffice]
het (article adv) [article] das (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] das (o) [bepaald lidwoord]
het (article adv) [article] der (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] der (o) [bepaald lidwoord]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] der (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] der (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
het (article adv) [with a superlative] der (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [article] die (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] die (o) [bepaald lidwoord]

NL DE Vertalingen voor doen

doen (adj n v) [tip, overturn] umkehren (adj n v) [tip, overturn]
doen (adj n v) [tip, overturn] umdrehen (adj n v) [tip, overturn]
doen (n adj v) [to decay] verfallen (n adj v) [to decay]
doen (v) [handelen] handeln (v) [handelen]
doen (v) [aktie] tun (v) [aktie]
doen (v) [handelen] tun (v) [handelen]
doen (v) machen (v)
doen (v) [aktie] machen (v) [aktie]
doen (adj n v) [tip, overturn] umkippen (adj n v) [tip, overturn]
doen (adj n v) [tip, overturn] umwerfen (adj n v) [tip, overturn]