Zoek woord voor zaken heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
voor zaken (o) [handel] geschäftlich (o) [handel]

NL DE Vertalingen voor voor

voor (n adj v) [schedule] {m} planen (n adj v) [schedule]
voor (o) [algemeen] {m} zu (o) [algemeen]
voor (particle prep adv) [used to indicate purpose] {m} auf (particle prep adv) [used to indicate purpose]
voor (o) [tijd] {m} bis (o) [tijd]
voor (n) {m} für (n)
voor (o) [algemeen] {m} für (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} für (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [ruil] {m} für (o) [ruil]
voor (conj prep) [supporting] {m} für (conj prep) [supporting]
voor (prep adv conj) [earlier than in time] {m} vor (prep adv conj) [earlier than in time]

NL DE Vertalingen voor zaken

zaken (n adj) [something involving one personally] {f} Angelegenheit (n adj) {f} [something involving one personally]
zaken (n) [algemeen] {f} Geschäft (n) {n} [algemeen]
zaken (n) [algemeen] {f} Handel (n) {m} [algemeen]