Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / H / handel

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor handel

Zoek woord handel heeft 21 resultaten
Ga naar Nederlands » Duits Duits » Nederlands
NL Nederlands DE Duits
handel (n) [algemeen] {m} Geschäft (n) {n} [algemeen]
handel (n v) [instance of buying or selling] {m} Geschäft (n v) {n} [instance of buying or selling]
handel (n) [algemeen] {m} Handel (n) {m} [algemeen]
handel (n) [bedrijf] {m} Handel (n) {m} [bedrijf]
handel (n v) [buying and selling] {m} Handel (n v) {m} [buying and selling]
NL Nederlands DE Duits
handel (n v) [instance of buying or selling] {m} Handel (n v) {m} [instance of buying or selling]
handel (n v) [large scale trade] {m} Handel (n v) {m} [large scale trade]
handel (n v) [commercial transportation or exchange of goods] {m} Verkehr (n v) {m} [commercial transportation or exchange of goods]
handel (n v) [buying and selling] {m} Kommerz (n v) [buying and selling] (m)
handel (n v) [large scale trade] {m} Kommerz (n v) [large scale trade] (m)
handel (n v) [commercial transportation or exchange of goods] {m} Warenverkehr (n v) [commercial transportation or exchange of goods]
NL Synoniemen voor handel DE Vertalingen
omzet [handel] m Fluktuation {f}
etablissement [bedrijf] n Unternehmen {n}
fabriek [bedrijf] f Werk {n}
handelshuis [bedrijf] n Unternehmen {n}
onderneming [bedrijf] f Unternehmen {n}
organisatie [bedrijf] f Körperschaft (f)
tent [bedrijf] m Zelt {n}
vennootschap [bedrijf] n Gemeindevertretung (n)
koopwaar [negotie] m Waren
goederen [waar] (p Ware {f}
spullen [waar] n Sachen {f}
boel [bedoening] m Prügelei (f)
rotzooi [bedoening] m Verwirrung {f}
verkoop [commercie] m Auktion {f}
hefboom [handvat] m Hebel {m}
kruk [handvat] m Krücke {f}
waar [goederen] Ware {f}
bedrijf [nering] n Gemeindevertretung (n)
broodwinning [nering] f Lebensunterhalt {m}
winkel [zaak] m Geschäft {n}
DE Duits NL Nederlands
Handel [Gesellschaft] {m} handel {m} [Gesellschaft]
Handel (n) [Gesellschaft] {m} handel (n) {m} [Gesellschaft]
Handel [allgemein] {m} handel {m} [allgemein]
Handel (n) [allgemein] {m} handel (n) {m} [allgemein]
Handel (n v) [buying and selling] {m} handel (n v) {m} [buying and selling]
Handel (n v) [instance of buying or selling] {m} handel (n v) {m} [instance of buying or selling]
Handel (n v) [large scale trade] {m} handel (n v) {m} [large scale trade]
Handel [allgemein] {m} zaken {f} [allgemein]
Handel (n) [allgemein] {m} zaken (n) {f} [allgemein]
Handel (n v) [large scale trade] {m} commercie (n v) [large scale trade]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor handel NL Vertalingen
Absatz [Abgabe] m stycke {n}
Verkauf [Abgabe] m försäljning (u)
Umsatz [Abgabe] m omsättning (u)
Geschäft [Abgabe] n affär (u)
Umschlag [Abgabe] m omsättning (u)
Vertrag [Abkommen] m avtal {n}
Bündnis [Abkommen] n förbund {n}
Abschluss [Abkommen] m avslut {n}
Ausgleich [Abkommen] m motvikt (u)
Vereinbarung [Abkommen] f överenskommelse (u)
Übereinkommen [Abkommen] n gentlemen's agreement (invariable)
Pakt [Abkommen] m pakt (u)
Übereinkunft [Abkommen] f överenskommelse (u)
Arrangement [Abkommen] n arrangemang {n}
Abmachung [Abkommen] f överenskommelse (u)
Rand [Vereinbarung] m kant (u)
Beschluss [Vereinbarung] m beslut (u)
Absicht [Vereinbarung] f syfte {n}
Resolution [Vereinbarung] f fasthet (u)
Dekret [Vereinbarung] n dekret {n}