Zoek woord sein Geschäft verkaufen heeft 2 resultaten
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
sein Geschäft verkaufen [Gesellschaft] zijn zaak verkopen [Gesellschaft]
sein Geschäft verkaufen (v) [Gesellschaft] zijn zaak verkopen (v) [Gesellschaft]

DE NL Vertalingen voor sein

Sein (n) [the state of being, existing, or occurring] {n} voorkomen (n) {n} [the state of being, existing, or occurring]
Sein [Leben] {n} zijn {n} [Leben]
Sein (n) [Leben] {n} zijn (n) {n} [Leben]
Sein [Leben] {n} bestaan {n} [Leben]
Sein (n) [Leben] {n} bestaan (n) {n} [Leben]
Sein (n) [the state of being, existing, or occurring] {n} bestaan (n) {n} [the state of being, existing, or occurring]
Sein (n conj) [the state or fact of existence] {n} bestaan (n conj) {n} [the state or fact of existence]
Sein [Leben] {n} leven {n} [Leben]
Sein (n) [Leben] {n} leven (n) {n} [Leben]

DE NL Vertalingen voor geschäft

Geschäft (n adj) [commercial, industrial or professional activity] {n} vak (n adj) {n} [commercial, industrial or professional activity]
Geschäft [Einkäufe] {n} zaak {m} [Einkäufe]
Geschäft (n) [Einkäufe] {n} zaak (n) {m} [Einkäufe]
Geschäft [Gesellschaft] {n} zaak {m} [Gesellschaft]
Geschäft (n) [Gesellschaft] {n} zaak (n) {m} [Gesellschaft]
Geschäft [Handel] {n} zaak {m} [Handel]
Geschäft (n) [Handel] {n} zaak (n) {m} [Handel]
Geschäft [Laden] {n} zaak {m} [Laden]
Geschäft (n) [Laden] {n} zaak (n) {m} [Laden]
Geschäft (n adj) [commercial enterprise or establishment] {n} zaak (n adj) {m} [commercial enterprise or establishment]

DE NL Vertalingen voor verkaufen

verkaufen (v) [Gegenstand] verkopen (v) {n} [Gegenstand]
verkaufen (v) [Handel] verkopen (v) {n} [Handel]
verkaufen (v) [Recht] verkopen (v) {n} [Recht]
verkaufen [Handel] verkopen {n} [Handel]
verkaufen [Recht] verkopen {n} [Recht]
verkaufen (v n) [to agree to transfer goods or provide services] verkopen (v n) {n} [to agree to transfer goods or provide services]