Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / N / nichts wert sein

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor nichts wert sein

Zoek woord nichts wert sein heeft 6 resultaten
Ga naar Duits » Nederlands
DE Duits NL Nederlands
nichts wert sein [Antwort] niet deugen [Antwort]
nichts wert sein (v) [Antwort] niet deugen (v) [Antwort]
nichts wert sein [Antwort] niet goed zijn [Antwort]
nichts wert sein (v) [Antwort] niet goed zijn (v) [Antwort]
nichts wert sein [Antwort] niet goed deugen [Antwort]
DE Duits NL Nederlands
nichts wert sein (v) [Antwort] niet goed deugen (v) [Antwort]

DE NL Vertalingen voor nichts

nichts (n) [Abwesenheit von allem] niets (n) {n} [Abwesenheit von allem]
nichts (o) [Menge] niets (o) {n} [Menge]
nichts (o) [allgemein] niets (o) {n} [allgemein]
nichts [Menge] niets {n} [Menge]
nichts [allgemein] niets {n} [allgemein]
nichts [Menge] niks [Menge] (informal)
nichts (o) [Menge] niks (o) [Menge] (informal)
nichts [Menge] niks niemendal [Menge] (informal)
nichts (o) [Menge] niks niemendal (o) [Menge] (informal)
nichts [Menge] noppes [Menge] (informal)

DE NL Vertalingen voor wert

Wert (n) [Geld] {m} waard (n) {m} [Geld]
Wert (n) [Geld] {m} waarde (n) {f} [Geld]
Wert (n) [Mathematik] {m} waarde (n) {f} [Mathematik]
Wert (n) [Wichtigkeit] {m} waarde (n) {f} [Wichtigkeit]
Wert (adj n v) [making a fair equivalent of] {m} vermogen (adj n v) {n} [making a fair equivalent of]
Wert [Wichtigkeit] {m} nut {n} [Wichtigkeit]
Wert (n) [Wichtigkeit] {m} nut (n) {n} [Wichtigkeit]
Wert (adj n v) [equal in value to] {m} waard (adj n v) {m} [equal in value to]
Wert [Geld] {m} waarde {f} [Geld]
Wert [Mathematik] {m} waarde {f} [Mathematik]

DE NL Vertalingen voor sein

Sein (n) [the state of being, existing, or occurring] {n} voorkomen (n) {n} [the state of being, existing, or occurring]
Sein [Leben] {n} zijn {n} [Leben]
Sein (n) [Leben] {n} zijn (n) {n} [Leben]
Sein [Leben] {n} bestaan {n} [Leben]
Sein (n) [Leben] {n} bestaan (n) {n} [Leben]
Sein (n) [the state of being, existing, or occurring] {n} bestaan (n) {n} [the state of being, existing, or occurring]
Sein (n conj) [the state or fact of existence] {n} bestaan (n conj) {n} [the state or fact of existence]
Sein [Leben] {n} leven {n} [Leben]
Sein (n) [Leben] {n} leven (n) {n} [Leben]