Zoek woord kronkelen heeft 24 resultaten
NL Nederlands DE Duits
kronkelen {n} ringeln (sich)
kronkelen {n} krümmen (sich)
kronkelen {n} kräuseln (sich)
kronkelen {n} mäandern
kronkelen (v) [weg] {n} sich winden (v) [weg]
kronkelen (v) [rivier] {n} sich winden (v) [rivier]
kronkelen (v) [beweging] {n} sich winden (v) [beweging]
kronkelen {n} winden (sich)
kronkelen (v) [rivier] {n} sich schlängeln (v) [rivier]
kronkelen (v) [algemeen] {n} sich krümmen (v) [algemeen]
kronkelen (v) [rook] {n} sich kräuseln (v) [rook]
kronkelen {n} ringeln (sich)
kronkelen {n} schlängeln (sich)
kronkelen (n) [slang] {n} Zappeln (n) {n} [slang]
kronkelen (n) [slang] {n} Winden (n) {n} [slang]
kronkelen (v) [algemeen] {n} kräuseln (v) [algemeen]
kronkelen (v n) [to twist or contort the body] {n} krümmen (v n) [to twist or contort the body] (sich)
kronkelen {n} krümmen (sich)
kronkelen (v n) [to twist or contort the body] {n} winden (v n) [to twist or contort the body] (sich)
NL Synoniemen voor kronkelen DE Vertalingen
slingeren [slieren] schmeißen