NL DE Nederlands Duits alfabetisch woordenboek K
- kaadde af ... kaartenbak
- kaartindex ... kabelbaan
- kabelen ... kaderleden
- kaderlid ... kalen
- kalen ... kalksteen
- kalksteengroeve ... kam
- kam ... kameraadschap
- kameraadschappelijk ... kamp
- kampeerauto ... kanarie
- kanarie ... kandidaat in de exacte wetenschappen
- kandidaat in de exacte wetenschappen ... kankeren over
- kankeren over ... kansarm
- kansarm ... kantelen
- kantelen ... kantrechten
- kantrechten ... kapitaliseren
- kapitalisme ... kapper
- kapper ... karakteriseren
- karakteriseren ... karigheid
- karikaturist ... kartelen
- kartelen ... kassierster
- kassierster ... kat
- katachtig ... katoen
- katoen ... kattig
- katwilg ... keelholteontsteking
- keelholteontsteking ... kei
- kei ... kelp
- Keltisch ... kenschetsen
- kenschetsen ... kerkdienst
- kerkelijk ... kernenergie
- kernenergiecentrale ... kernoorlog
- kernoorlog ... ketchup
- ketchup ... ketters
- ketters ... keukengerei
- keukenhanddoek ... keuze-
- kever ... kiem
- kiemdodend ... kieskeurig met
- kieskeurig met ... kiezen
- kiezen ... kijkcijfers
- kijkcijfers ... kijkje
- kijkje ... kilogram
- kilogram ... kinderdief
- kinderdief ... kinderverlamming
- kinderverlamming ... kioskhoudster
- kioskhoudster ... klaagdicht
- klaagdicht ... klaarwakker
- klaarwakker ... klam
- klamboe ... klapkauwgom
- klapkauwgom ... klappertandend
- klaproos ... klassiek voorbeeld
- klassiek voorbeeld ... kleedde uit
- kleedde uit ... kleindochter
- kleine annonce ... kleinhandel
- kleinhandel ... klem
- klem ... kletsen
- kletsen ... kleuren
- kleuren ... kleurrijk
- kleurrijk ... kleverigheid
- kliederen ... klikken
- klikspaan ... klimmen
- klimmen ... klitteband
- klitten ... klonter
- klonter ... klopt aan
- klopte aan ... klungelen aan
- klungelen aan ... knaldemper
- knaldemper ... knappend
- knappend ... knellen
- knellen ... kniehoog
- knielen ... knijptang
- knijptang ... knock-out
- knock-out ... knokpartij
- knokpartij ... knorrig
- knorrig ... koelbloedig
- koelbloedig ... koers
- koers ... koetsier
- koetsier ... kohesie
- kok ... kolbak
- kolbak ... kolonist
- kolonist ... komen na
- komen na ... kompenserend
- kompenserend ... komst
- komst ... koningin-moeder
- koningin-moeder ... kontlikker
- kontlikker ... koolborstel
- koolborstel ... koop
- koop ... koopziek zijn
- koopziek zijn ... koortsblaasje
- koortsblaasje ... kopen op afbetaling
- kopen op afbetaling ... koperachtig
- koperachtig ... kopiiste
- kopiiste ... koppelwerkwoord
- koppelwerkwoord ... koran
- kordaat ... korset
- korset ... korte rust
- korte rust ... kortstondig
- kortstondig ... kostbaarheden
- kostbaarheden ... kotsen
- kotsen uit ... kousen
- kousen, sokken en herenondergoed ... kraakbeenachtig
- kraakhelder ... kraamverzorgster
- kraamverzorgster ... krachtig
- krachtig ... krampachtig
- krampachtig ... krassend
- krassend ... kreng
- kreng ... kreuk
- kreukel ... kriebels
- kriebels ... krijgsmacht
- krijgsmacht ... krip
- krip ... kroes-
- kroes- ... kromming
- kromming ... kroonkandelaar
- kroonkandelaar ... kruidenierster
- kruidenierster ... kruipster
- kruis of munt ... kruissnelheid
- kruissnelheid ... krukas
- krukas ... kuiken
- kuiken ... kunnen bevatten
- kunnen bevatten ... kunstminnaar
- kunstminnaar ... kunstvoorwerp
- kunstvoorwerp ... kust-
- kustlijn ... kwaadspreken
- kwaadspreken ... kwajongen
- kwajongen ... kwalijk ruikend
- kwaliteit ... kwartfinale
- kwartiearrest ... kwelling
- kwelling ... kwijt zijn
- kwijt zijn ... kwistigheid
- kwitantie ... kwiteren