NL DE Nederlands Duits vertalingen voor iemand aan zijn belofte houden
Zoek woord iemand aan zijn belofte houden heeft eén resultaat
Ga naar
NL | Nederlands | DE | Duits | |
---|---|---|---|---|
iemand aan zijn belofte houden (v) [algemeen] | jemand an sein Versprechen binden (v) [algemeen] |
NL DE Vertalingen voor iemand
iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | einer (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | |||
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | einer (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | |||
iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | irgendeiner (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | |||
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | irgendeiner (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | |||
iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | irgendjemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | |||
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | irgendjemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | |||
iemand (n) | jemand (n) | |||
iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | jemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | |||
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | jemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | |||
iemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.] | jemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.] |
NL DE Vertalingen voor aan
aan (o) [nabijheid] | in (o) [nabijheid] | |||
aan (o) [nabijheid] | bei (o) [nabijheid] | |||
aan (n) [denoting unit price] | je (n) [denoting unit price] | |||
aan (adv prep adj n v) [next] | dran (adv prep adj n v) [next] |
NL DE Vertalingen voor zijn
zijn (v) {n} | geben (v) | |||
zijn (n) [bestaan] {n} | Leben (n) {n} [bestaan] | |||
zijn (n) [bestaan] {n} | Sein (n) {n} [bestaan] | |||
zijn (v) [filosofie] {n} | existieren (v) [filosofie] | |||
zijn (n) [filosofie] {n} | Dasein (n) {n} [filosofie] | |||
zijn {n} | befinden (sich) | |||
zijn (n) {n} | sein (n) | |||
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} | sein (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] | |||
zijn (v) [algemeen] {n} | sein (v) [algemeen] | |||
zijn (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] {n} | sein (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] |
NL DE Vertalingen voor belofte
belofte (n) [verplichting] {f} | Versprechen (n) {n} [verplichting] | |||
belofte (n) [zekerheid] {f} | Garantie (n) {f} [zekerheid] | |||
belofte (n) [zekerheid] {f} | Gewähr (n) {f} [zekerheid] |