Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / D / die Absicht haben zu

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor die Absicht haben zu

Zoek woord die Absicht haben zu heeft 14 resultaten
Ga naar Duits » Nederlands
DE Duits NL Nederlands
die Absicht haben zu [Absicht] van plan zijn [Absicht]
die Absicht haben zu (v) [Absicht] van plan zijn (v) [Absicht]
die Absicht haben zu [Absicht] in de zin hebben [Absicht]
die Absicht haben zu (v) [Absicht] in de zin hebben (v) [Absicht]
die Absicht haben zu [Absicht] van zins zijn [Absicht]
DE Duits NL Nederlands
die Absicht haben zu (v) [Absicht] van zins zijn (v) [Absicht]
die Absicht haben zu [Absicht] zinnens zijn [Absicht] (Belgium)
die Absicht haben zu (v) [Absicht] zinnens zijn (v) [Absicht] (Belgium)
die Absicht haben zu [Absicht] het voornemen hebben [Absicht]
die Absicht haben zu (v) [Absicht] het voornemen hebben (v) [Absicht]
die Absicht haben zu [Absicht] voornemens zijn [Absicht]
die Absicht haben zu (v) [Absicht] voornemens zijn (v) [Absicht]
die Absicht haben zu [Absicht] het plan hebben [Absicht]
die Absicht haben zu (v) [Absicht] het plan hebben (v) [Absicht]

DE NL Vertalingen voor die

die (v n) [reverse or change the order of two] verwisselen (v n) [reverse or change the order of two]
die (v n) [reverse or change the order of two] omwisselen (v n) [reverse or change the order of two]
die [Relativpron. - Objekt - Sing.] dat [Relativpron. - Objekt - Sing.]
die (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.] dat (o) [Relativpron. - Objekt - Sing.]
die [Relativpron. - Subjekt - Sing.] dat [Relativpron. - Subjekt - Sing.]
die (o) [Relativpron. - Subjekt - Sing.] dat (o) [Relativpron. - Subjekt - Sing.]
die [indikatives Determinativ - sing.] dat [indikatives Determinativ - sing.]
die (a) [indikatives Determinativ - sing.] dat (a) [indikatives Determinativ - sing.]
die (pronoun adv int determiner) [nonstandard relative pronoun] dat (pronoun adv int determiner) [nonstandard relative pronoun]
die (conj determiner pronoun adv) [which] dat (conj determiner pronoun adv) [which]

DE NL Vertalingen voor absicht

Absicht (n) [Vorsatz] {f} opzet (n) {n} [Vorsatz]
Absicht (n) [geplant] {f} opzet (n) {n} [geplant]
Absicht (n) [Grund] {f} opzet (n) {n} [Grund]
Absicht [Pläne] {f} intentie {f} [Pläne]
Absicht (n) [Pläne] {f} intentie (n) {f} [Pläne]
Absicht [Zweck] {f} intentie {f} [Zweck]
Absicht (n) [Zweck] {f} intentie (n) {f} [Zweck]
Absicht [Pläne] {f} voornemen {n} [Pläne]
Absicht (n) [Pläne] {f} voornemen (n) {n} [Pläne]
Absicht (n) [Zweck] {f} voornemen (n) {n} [Zweck]

DE NL Vertalingen voor haben

haben (v) [Sache] hebben (v) [Sache]
haben (v) [Hilfsverb] hebben (v) [Hilfsverb]
haben (v) [allgemein] hebben (v) [allgemein]
haben (v n) [colloquial: understand] snappen (v n) [colloquial: understand]
haben (v n) [colloquial: understand] begrijpen (v n) [colloquial: understand]
haben (v n) [colloquial: understand] verstaan (v n) [colloquial: understand]
haben [allgemein] hebben [allgemein]

DE NL Vertalingen voor zu

zu (n) [in Richtung auf] te (n) [in Richtung auf]
zu (o) [Grad] te (o) [Grad]
zu [Grad] te [Grad]
zu (particle prep adv) [infinitive-marker] te (particle prep adv) [infinitive-marker]
zu (adv) [more than enough; ''as too much''] te (adv) [more than enough; ''as too much'']
zu [Grad] te zeer [Grad]
zu (o) [Grad] te zeer (o) [Grad]
zu [Richtung] naar [Richtung]
zu (o) [Richtung] naar (o) [Richtung]
zu (prep adj) [in the direction of] naar (prep adj) [in the direction of]