Zoek woord alle feiten op een rijtje zetten heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
alle feiten op een rijtje zetten (v) [verklaring] keine Missverständnisse aufkommen lassen (v) [verklaring]

NL DE Vertalingen voor alle

alle (a) [hoeveelheid] ganz (a) [hoeveelheid]
alle (a) [alle mogelijke] alle (a) [alle mogelijke]
alle (adv determiner n) [every individual of the given class] alle (adv determiner n) [every individual of the given class]
alle (a) [alle mogelijke] jeder (a) [alle mogelijke]
alle (a) [determinator] jeder (a) [determinator]
alle (adv determiner n) [every individual of the given class] jeder (adv determiner n) [every individual of the given class]
alle (a) [persoon] jeder (a) [persoon]
alle (a) [persoon] jegliche (a) [persoon]
alle (adv determiner n) [every individual of the given class] jede (adv determiner n) [every individual of the given class]
alle (adv determiner n) [every individual of the given class] jedes (adv determiner n) [every individual of the given class]

NL DE Vertalingen voor op

op (n v) [to spend or take a vacation] Urlaub (n v) {m} [to spend or take a vacation]
op (adv prep adj n v) [finished] beendet (adv prep adj n v) [finished]
op (adv prep adj n v) [awake] munter (adv prep adj n v) [awake]
op (adv prep adj n v) [finished] alle (adv prep adj n v) [finished]
op an
op (adv prep adj n v) [awake] auf (adv prep adj n v) [awake]
op (prep adv) [being above and in contact with another] auf (prep adv) [being above and in contact with another]
op (prep adv) [being directly supported by another] auf (prep adv) [being directly supported by another]
op (o) [dimensie] auf (o) [dimensie]
op (adv prep adj n v) [standing] auf (adv prep adj n v) [standing]

NL DE Vertalingen voor een

een (n) {m} ein (n)
een (a) [algemeen] {m} ein (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} ein (a) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} ein (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} ein (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (o) [onbepaald lidwoord] {m} ein (o) [onbepaald lidwoord]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} ein (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (a) [algemeen] {m} eine (a) [algemeen]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} eine (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} eine (conj n prep) [indefinite article]

NL DE Vertalingen voor zetten

zetten (v) [tafel] decken (v) [tafel]
zetten (v n adj) [to put something down] legen (v n adj) [to put something down]
zetten (v) [voorwerpen] legen (v) [voorwerpen]
zetten (v n adj) [to put something down] stellen (v n adj) [to put something down]
zetten (v) [voorwerpen] stellen (v) [voorwerpen]
zetten (v) setzen (v)
zetten (v n adj) [to arrange type] setzen (v n adj) [to arrange type]
zetten (v n adj) [to put something down] setzen (v n adj) [to put something down]
zetten (v) [voorwerpen] setzen (v) [voorwerpen]
zetten (v) [gast] platzieren (v) [gast]