| stellen (v) [senkrecht] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | stellen (v) [senkrecht] - gesteld
- stellen
- stelt
- stelden
- stelde
| |
| stellen (v) [Frage] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | stellen (v) [Frage] - gesteld
- stellen
- stelt
- stelden
- stelde
| |
| stellen (v) [senkrecht] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | plaatsen (v) [senkrecht] - geplaatst
- plaatst
- plaatsen
- plaatsten
- plaatste
| |
| stellen (v) [Gegenstände] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | plaatsen (v) [Gegenstände] - geplaatst
- plaatst
- plaatsen
- plaatsten
- plaatste
| |
| stellen (v) [Lage] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | neerleggen (v) [Lage] - neergelegd
- legt neer
- leggen neer
- legde neer
- legden neer
| |
| stellen [Lage] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | leggen {n} [Lage] - gelegd
- legt
- leggen
- legde
- legden
| |
| stellen (v) [Lage] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | leggen (v) {n} [Lage] - gelegd
- legt
- leggen
- legde
- legden
| |
| stellen [Anfrage] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | indienen [Anfrage] - ingediend
- dient in
- dienen in
- diende in
- dienden in
| |
| stellen (v) [Anfrage] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | indienen (v) [Anfrage] - ingediend
- dient in
- dienen in
- diende in
- dienden in
| |
| stellen (v n adj) [to adjust] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | instellen (v n adj) [to adjust] - ingesteld
- stelt in
- stellen in
- stelde in
- stelden in
| |
| stellen [Gegenstände] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | plaatsen [Gegenstände] - geplaatst
- plaatst
- plaatsen
- plaatsten
- plaatste
| |
| stellen [Lage] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | neerleggen [Lage] - neergelegd
- legt neer
- leggen neer
- legde neer
- legden neer
| |
| stellen (v) [Frage] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | voorleggen (v) [Frage] - voorgelegd
- legt voor
- leggen voor
- legde voor
- legden voor
| |
| stellen (v n) [to place in an upright or standing position] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | neerzetten (v n) [to place in an upright or standing position] - neergezet
- zetten neer
- zet neer
- zette neer
- zetten neer
| |
| stellen (v n adj) [to put something down] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | neerzetten (v n adj) [to put something down] - neergezet
- zetten neer
- zet neer
- zette neer
- zetten neer
| |
| stellen [Frage] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | stellen [Frage] - gesteld
- stellen
- stelt
- stelden
- stelde
| |
| stellen (v n) [to place in an upright or standing position] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | stellen (v n) [to place in an upright or standing position] - gesteld
- stellen
- stelt
- stelden
- stelde
| |
| stellen (v) [Schwerverbrecher] | | zichzelf overleveren (v) [Schwerverbrecher] | |
| stellen (v n) [to place in an upright or standing position] | | overeind (v n) [to place in an upright or standing position] | |
| stellen (v) [Frage] | | naar voren brengen (v) [Frage] | |
| stellen (v n adj) [to adjust] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | aanpassen (v n adj) [to adjust] - aangepast
- passen aan
- past aan
- pasten aan
- paste aan
| |
| stellen [Klassifikation] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | schikken [Klassifikation] - geschikt
- schikken
- schikt
- schikte
- schikten
| |
| stellen (v) [Klassifikation] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | schikken (v) [Klassifikation] - geschikt
- schikken
- schikt
- schikte
- schikten
| |
| stellen [Klassifikation] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | ordenen [Klassifikation] - geördend
- ordenen
- ordent
- ordenden
- ordende
| |
| stellen (v) [Klassifikation] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | ordenen (v) [Klassifikation] - geördend
- ordenen
- ordent
- ordenden
- ordende
| |
| stellen [Klassifikation] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | rangschikken [Klassifikation] - gerangschikt
- rangschikt
- rangschikken
- rangschikten
- rangschikte
| |
| stellen (v) [Klassifikation] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | rangschikken (v) [Klassifikation] - gerangschikt
- rangschikt
- rangschikken
- rangschikten
- rangschikte
| |
| stellen [Frage] | | naar voren brengen [Frage] | |
| stellen - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | vragen - gevraagd
- vraagt
- vragen
- vroegen
- vroeg
| |
| stellen [Klassifikation] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | classificeren [Klassifikation] - geclassificeerd
- classificeert
- classificeren
- classificeerden
- classificeerde
| |
| stellen (v) [Klassifikation] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | classificeren (v) [Klassifikation] - geclassificeerd
- classificeert
- classificeren
- classificeerden
- classificeerde
| |
| stellen [Klassifikation] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | klasseren [Klassifikation] - geklasseerd
- klasseert
- klasseren
- klasseerden
- klasseerde
| |
| stellen (v) [Klassifikation] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | klasseren (v) [Klassifikation] - geklasseerd
- klasseert
- klasseren
- klasseerden
- klasseerde
| |
| stellen [Gegenstände] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | zetten [Gegenstände] - gezet
- zet
- zetten
- zette
- zetten
| |
| stellen (v) [Gegenstände] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | zetten (v) [Gegenstände] - gezet
- zet
- zetten
- zette
- zetten
| |
| stellen (v n adj) [to put something down] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | zetten (v n adj) [to put something down] - gezet
- zet
- zetten
- zette
- zetten
| |
| stellen [Frage] - gestellt
- stellst
- stellen
- stelltest
- stellten
- stell(e)
| | voorleggen [Frage] - voorgelegd
- legt voor
- leggen voor
- legde voor
- legden voor
| |