Zoek woord wat een mooie dag heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
wat een mooie dag (phrase) [what a lovely day] (phrase) vilken härlig dag (phrase) [what a lovely day] (phrase)

NL SV Vertalingen voor wat

wat (o) [onbepaald voornaamwoord - enk.] vad som helst (o) [onbepaald voornaamwoord - enk.]
wat (o) [aanwijzend voornaamwoord] vad som (o) [aanwijzend voornaamwoord]
wat (o) [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.] vad som (o) [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.]
wat (o) [vragend voornaamwoord] vad som (o) [vragend voornaamwoord]
wat (pronoun adv int determiner) [nonstandard relative pronoun] som (pronoun adv int determiner) [nonstandard relative pronoun]
wat (pronoun adv int determiner) [such] (pronoun adv int determiner) [such]
wat (a) [algemeen] knappt (a) [algemeen]
wat (o) [aanwijzend voornaamwoord] det (o) [aanwijzend voornaamwoord]
wat (o) [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.] det (o) [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.]
wat (o) [vragend voornaamwoord] det (o) [vragend voornaamwoord]

NL SV Vertalingen voor een

een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} komplimentera (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (a) [algemeen] {m} något (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} något (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} något (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} duscha (n v) [to bathe using a shower]
een (a) [algemeen] {m} en (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} en (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} en (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} en (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} en (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]

NL SV Vertalingen voor dag

dag (int n) [farewell] {m} adjö (int n) [farewell]
dag (o) [groet] {m} adjö (o) [groet]
dag (n int) [short for goodbye] {m} adjö (n int) [short for goodbye]
dag (int n) [farewell] {m} farväl (int n) {n} [farewell]
dag (o) [groet] {m} farväl (o) {n} [groet]
dag (n int) [short for goodbye] {m} farväl (n int) {n} [short for goodbye]
dag (int n) [farewell] {m} hej då (int n) [farewell]
dag (int n) [goodbye] {m} hej då (int n) [goodbye]
dag (o) [groet] {m} hej då (o) [groet]
dag (n int) [short for goodbye] {m} hej då (n int) [short for goodbye]