Zoek woord verwachten heeft 16 resultaten
NL Nederlands SV Zweeds
verwachten (v) [transitief] antecipera (v) [transitief]
verwachten (v) [voorzien] antecipera (v) [voorzien]
verwachten (v) [wens] antecipera (v) [wens]
verwachten (v) [transitief] räkna med (v) [transitief]
verwachten (v) [voorzien] räkna med (v) [voorzien]
NL Nederlands SV Zweeds
verwachten (v) [wens] räkna med (v) [wens]
verwachten (v) [To believe to be about to occur] förvänta (v) [To believe to be about to occur]
verwachten (v) [transitief] förvänta (v) [transitief]
verwachten (v) [voorzien] förvänta (v) [voorzien]
verwachten (v) [wens] förvänta (v) [wens]
verwachten (v) [transitief] invänta (v) [transitief]
verwachten (v) [voorzien] invänta (v) [voorzien]
verwachten (v) [wens] invänta (v) [wens]
verwachten (v) [transitief] vänta sig (v) [transitief]
verwachten (v) [voorzien] vänta sig (v) [voorzien]
verwachten (v) [wens] vänta sig (v) [wens]
NL Synoniemen voor verwachten SV Vertalingen
vertrouwen [rekening houden] n вя́ра (n)
rekenen [rekening houden] n представям сметка (n v)
wensen [uitzien] жела́я (n)
willen [uitzien] жела́я (n)
denken [gissen] n мисля
voorzien [voorspellen] n предугаждам (v)
voorkomen [anticiperen] n битие {n}
gissen [denken] предполагам (n v)