Zoek woord trouw heeft 20 resultaten
NL Nederlands SV Zweeds
trouw (a) [toegewijd] {m} trogen (a) [toegewijd]
trouw (o) [algemeen] {m} troget (o) [algemeen]
trouw (a) [vriendschap] {m} lojal (a) [vriendschap]
trouw (a) [toegewijd] {m} lojal (a) [toegewijd]
trouw (adj v) [loyal, trustworthy, reliable, outstanding] {m} lojal (adj v) [loyal, trustworthy, reliable, outstanding]
NL Nederlands SV Zweeds
trouw (n) [loyalty to some cause, nation or ruler] {m} lojalitet (n) [loyalty to some cause, nation or ruler] (u)
trouw (n) [the state of being faithful] {m} trohet (n) [the state of being faithful] (u)
trouw (n) [loyalty to some cause, nation or ruler] {m} trohet (n) [loyalty to some cause, nation or ruler] (u)
trouw (a) [emotioneel gedrag] {m} engagerad (a) [emotioneel gedrag]
trouw (a) [vriendschap] {m} trogen (a) [vriendschap]
trouw (a) [toegewijd] {m} tillgiven (a) [toegewijd]
trouw (adj v) [loyal, trustworthy, reliable, outstanding] {m} trogen (adj v) [loyal, trustworthy, reliable, outstanding]
trouw (adj adv n v) [Loyal, faithful] {m} trogen (adj adv n v) [Loyal, faithful]
trouw (a) [vriendschap] {m} hängiven (a) [vriendschap]
trouw (a) [toegewijd] {m} hängiven (a) [toegewijd]
trouw (a) [emotioneel gedrag] {m} hängiven (a) [emotioneel gedrag]
trouw (a) [vriendschap] {m} sann (a) [vriendschap]
trouw (a) [toegewijd] {m} sann (a) [toegewijd]
trouw (adj adv n v) [Loyal, faithful] {m} sann (adj adv n v) [Loyal, faithful]
trouw (a) [vriendschap] {m} tillgiven (a) [vriendschap]
NL Synoniemen voor trouw SV Vertalingen
oprecht [eerlijk] franco {m}
loyaal [eerlijk] fidelidade {f}
gemoedelijk [fideel] bem-humorado
loyaliteit [rechtschapenheid] f lealdade {f}
toegewijd [trouwhartig] diligente
nauwkeurig [getrouw] justo
stipt [getrouw] pontualmente
standvastig [bestendig] forte {m}
getrouwheid [getrouwheid] f lealdade {f}
toewijding [loyaliteit] f diligência {f}
huwelijk [echt] n matrimônio {m}
onveranderlijk [onveranderlijk] uniforme {m}