Zoek woord stipt heeft 16 resultaten
NL Nederlands SV Zweeds
stipt (o) [op tijd] exakt (o) [op tijd]
stipt (a) [tijd] exakt (a) [tijd]
stipt (o) [tijd] exakt (o) [tijd]
stipt (o) [op tijd] precis (o) [op tijd]
stipt (a) [tijd] precis (a) [tijd]
NL Nederlands SV Zweeds
stipt (o) [tijd] precis (o) [tijd]
stipt (o) [op tijd] på slaget (o) [op tijd]
stipt (a) [tijd] på slaget (a) [tijd]
stipt (o) [tijd] på slaget (o) [tijd]
stipt (o) [op tijd] punktlig (o) [op tijd]
stipt (a) [tijd] punktlig (a) [tijd]
stipt (o) [tijd] punktlig (o) [tijd]
stipt (o) [op tijd] punktligt (o) [op tijd]
stipt (o) [tijd] punktligt (o) [tijd]
stipt (o) [op tijd] i rätt tid (o) [op tijd]
stipt (o) [tijd] i rätt tid (o) [tijd]
NL Synoniemen voor stipt SV Vertalingen
zorgvuldig [nauwgezet] plikttrogen
gewetensvol [consciëntieus] samvetsgrann
nauwgezet [consciëntieus] aktsamt
precies [consciëntieus] precis
plichtsgetrouw [consciëntieus] undergivet
nauwkeurig [accuraat] strängt
streng [accuraat] m sträng
prompt [stipt] i rätt tid
getrouw [trouw] trogen
consciëntieus [gewetensvol] plikttrogen
trouw [getrouw] m trohet (u)
accuraat [precies] i detalj
exact [punctueel] prick (u)