Zoek woord opgeruimd heeft 49 resultaten
NL Nederlands SV Zweeds
opgeruimd (o) [gedrag] glatt (o) [gedrag]
opgeruimd (a) [persoon] munter (a) [persoon]
opgeruimd (a) [gedrag] glättig (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] glättig (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [gedrag] lycklig (a) [gedrag]
NL Nederlands SV Zweeds
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] lycklig (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [gedrag] frisk och kry (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [persoon] frisk och kry (a) [persoon]
opgeruimd (a) [gedrag] käck (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [persoon] käck (a) [persoon]
opgeruimd (a) [gedrag] hurtig (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [persoon] hurtig (a) [persoon]
opgeruimd (a) [gedrag] glatt (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] munter (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] glatt (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [gedrag] upprymt (a) [gedrag]
opgeruimd (o) [gedrag] upprymt (o) [gedrag]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] upprymt (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [gedrag] muntert (a) [gedrag]
opgeruimd (o) [gedrag] muntert (o) [gedrag]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] muntert (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [gedrag] pigg (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [persoon] pigg (a) [persoon]
opgeruimd (a) [gedrag] livad (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [persoon] livad (a) [persoon]
opgeruimd (a) [gedrag] uppsluppen (a) [gedrag]
opgeruimd (o) [gedrag] glad (o) [gedrag]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] glad (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (adj n) [happy] glad (adj n) [happy]
opgeruimd (a) [persoon] glad (a) [persoon]
opgeruimd (a) [gedrag] livlig (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [persoon] livlig (a) [persoon]
opgeruimd (a) [algemeen] godlynt (a) [algemeen]
opgeruimd (a) [algemeen] gladlynt (a) [algemeen]
opgeruimd (a) [gedrag] gladlynt (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] gladlynt (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [algemeen] på gott humör (a) [algemeen]
opgeruimd (a) [gedrag] glad (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [persoon] uppsluppen (a) [persoon]
opgeruimd (a) [gedrag] nöjd (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] nöjd (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [gedrag] belåten (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] belåten (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [gedrag] förtjust (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] förtjust (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [gedrag] tillfreds (a) [gedrag]
opgeruimd (a) [gevoelstoestand] tillfreds (a) [gevoelstoestand]
opgeruimd (a) [gedrag] munter (a) [gedrag]
opgeruimd (o) [gedrag] munter (o) [gedrag]
NL Synoniemen voor opgeruimd SV Vertalingen
monter [blij] livlig
vrolijk [blij] livlig
blij [opgewekt] glad
levendig [opgewekt] sprælsk (adj n v)