Woxikon / Woordenboek / Nederlands Zweeds / V / vrolijk

NL SV Nederlands Zweeds vertalingen voor vrolijk

Zoek woord vrolijk heeft 101 resultaten
Ga naar Nederlands » Zweeds
NL Nederlands SV Zweeds
vrolijk (adj n) [happy, joyful and lively] lustig (adj n) [happy, joyful and lively]
vrolijk (a) [algemeen] glad (a) [algemeen]
vrolijk (o) [algemeen] glad (o) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] glad (a) [gedrag]
vrolijk (o) [gedrag] glad (o) [gedrag]
NL Nederlands SV Zweeds
vrolijk (a) [gelukkig] glad (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] glad (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (adj n) [happy] glad (adj n) [happy]
vrolijk (adj n) [happy, joyful and lively] glad (adj n) [happy, joyful and lively]
vrolijk (a) [hoop] glad (a) [hoop]
vrolijk (a) [kamer] glad (a) [kamer]
vrolijk (a) [persoon] glad (a) [persoon]
vrolijk (a) [gedrag] livlig (a) [gedrag]
vrolijk (a) [persoon] livlig (a) [persoon]
vrolijk (a) [algemeen] gladlynt (a) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] gladlynt (a) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] gladlynt (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] gladlynt (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] gladlynt (a) [hoop]
vrolijk (a) [kamer] gladlynt (a) [kamer]
vrolijk (a) [gedrag] uppsluppen (a) [gedrag]
vrolijk (a) [persoon] uppsluppen (a) [persoon]
vrolijk (a) [algemeen] nöjd (a) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] nöjd (a) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] nöjd (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] nöjd (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] nöjd (a) [hoop]
vrolijk (a) [algemeen] belåten (a) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] belåten (a) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] belåten (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] belåten (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] belåten (a) [hoop]
vrolijk (a) [algemeen] förtjust (a) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] förtjust (a) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] förtjust (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] förtjust (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] förtjust (a) [hoop]
vrolijk (a) [algemeen] tillfreds (a) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] tillfreds (a) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] tillfreds (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] tillfreds (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] tillfreds (a) [hoop]
vrolijk (a) [algemeen] munter (a) [algemeen]
vrolijk (o) [algemeen] munter (o) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] munter (a) [gedrag]
vrolijk (o) [gedrag] munter (o) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] munter (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] munter (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] munter (a) [hoop]
vrolijk (a) [kamer] munter (a) [kamer]
vrolijk (a) [persoon] munter (a) [persoon]
vrolijk (a) [algemeen] glättig (a) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] glättig (a) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] glättig (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] glättig (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] glättig (a) [hoop]
vrolijk (a) [kamer] glättig (a) [kamer]
vrolijk (a) [algemeen] lycklig (a) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] lycklig (a) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] lycklig (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] lycklig (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] lycklig (a) [hoop]
vrolijk (a) [kamer] lycklig (a) [kamer]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] ljus och glad (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [kamer] ljus och glad (a) [kamer]
vrolijk (a) [gedrag] frisk och kry (a) [gedrag]
vrolijk (a) [persoon] frisk och kry (a) [persoon]
vrolijk (a) [gedrag] käck (a) [gedrag]
vrolijk (a) [persoon] käck (a) [persoon]
vrolijk (a) [gedrag] hurtig (a) [gedrag]
vrolijk (a) [persoon] hurtig (a) [persoon]
vrolijk (a) [algemeen] glatt (a) [algemeen]
vrolijk (o) [algemeen] glatt (o) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] glatt (a) [gedrag]
vrolijk (o) [gedrag] glatt (o) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] glatt (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] glatt (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] glatt (a) [hoop]
vrolijk (a) [algemeen] upprymt (a) [algemeen]
vrolijk (o) [algemeen] upprymt (o) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] upprymt (a) [gedrag]
vrolijk (o) [gedrag] upprymt (o) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] upprymt (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] upprymt (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] upprymt (a) [hoop]
vrolijk (a) [algemeen] muntert (a) [algemeen]
vrolijk (o) [algemeen] muntert (o) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] muntert (a) [gedrag]
vrolijk (o) [gedrag] muntert (o) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] muntert (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] muntert (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] muntert (a) [hoop]
vrolijk (a) [algemeen] optimistisk (a) [algemeen]
vrolijk (a) [gedrag] optimistisk (a) [gedrag]
vrolijk (a) [gelukkig] optimistisk (a) [gelukkig]
vrolijk (a) [gevoelstoestand] optimistisk (a) [gevoelstoestand]
vrolijk (a) [hoop] optimistisk (a) [hoop]
vrolijk (a) [gedrag] pigg (a) [gedrag]
vrolijk (a) [persoon] pigg (a) [persoon]
vrolijk (a) [gedrag] livad (a) [gedrag]
vrolijk (a) [persoon] livad (a) [persoon]
NL Synoniemen voor vrolijk SV Vertalingen
opgewekt [monter] пенлив (adj)
plezierig [monter] забавен
monter [blij] безгрижен
opgewonden [uitgelaten] възбуден (adj)
uitbundig [uitgelaten] изобилен (adj)
opgetogen [uitgelaten] безгрижен
fit [fris] в добра форма (v adj n)
levendig [fris] скоклив (adj n v)
vers [fris] n пресен (adj n)
blij [opgeruimd] щастлив (adj)
zonnig [opgewekt] слъ̀нчев (adj)
kleurrijk [bont] шарен
bont [kleurig] кожа {f} (kóža)
amusant [aardig] забавен
enig [aardig] единствен (edinstven)
geinig [aardig] забавен
grappig [aardig] забавен
olijk [aardig] привлекателен (adj)
leuk [aardig] забавен
fris [fit] студе́н (adj)