Zoek woord kortsluiting veroorzaken heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
kortsluiting veroorzaken (v) [elektriciteit] kortsluta (v) [elektriciteit]
kortsluiting veroorzaken (v) [elektriciteit] orsaka kortslutning i (v) [elektriciteit]

NL SV Vertalingen voor kortsluiting

kortsluiting (n v) [an unintentional connection of low resistance or impedance in a circuit] {f} kortslutning (n v) [an unintentional connection of low resistance or impedance in a circuit] (u)

NL SV Vertalingen voor veroorzaken

veroorzaken (v) [To draw out, bring out.] få fram (v) [To draw out, bring out.]
veroorzaken (v) [algemeen] sätta igång (v) [algemeen]
veroorzaken (v) [moeilijkheden] sätta igång (v) [moeilijkheden]
veroorzaken (v) [opstand] sätta igång (v) [opstand]
veroorzaken (v) [ramp] sätta igång (v) [ramp]
veroorzaken (v) [schade] sätta igång (v) [schade]
veroorzaken (v) [teweegbrengen] sätta igång (v) [teweegbrengen]
veroorzaken (v) [algemeen] anstifta (v) [algemeen]
veroorzaken (v) [moeilijkheden] anstifta (v) [moeilijkheden]
veroorzaken (v) [opstand] anstifta (v) [opstand]