Woxikon / Woordenboek / Nederlands Zweeds / K / kloppen

NL SV Nederlands Zweeds vertalingen voor kloppen

Zoek woord kloppen heeft 29 resultaten
Ga naar Nederlands » Zweeds
NL Nederlands SV Zweeds
kloppen (v) [deur] {n} knacka (v) [deur]
kloppen (v) [hart] {n} vispa (v) [hart]
kloppen (v) [culinaire terminologie] {n} vispa (v) [culinaire terminologie]
kloppen (v) [culinair] {n} vispa (v) [culinair]
kloppen (v n) [to pound or beat rapidly or violently] {n} dunka (v n) [to pound or beat rapidly or violently]
NL Nederlands SV Zweeds
kloppen (v) [ritme] {n} dunka (v) [ritme]
kloppen (n) [hart] {n} klappande (n) {n} [hart]
kloppen (v) [verbrandingsmotor] {n} bulta (v) [verbrandingsmotor]
kloppen (v n) [to pound or beat rapidly or violently] {n} bulta (v n) [to pound or beat rapidly or violently]
kloppen (v) [deur] {n} bulta (v) [deur]
kloppen (v) [algemeen] {n} bulta (v) [algemeen]
kloppen (v) [verbrandingsmotor] {n} banka (v) [verbrandingsmotor]
kloppen (v) [deur] {n} banka (v) [deur]
kloppen (v) [algemeen] {n} banka (v) [algemeen]
kloppen (v) [verbrandingsmotor] {n} knacka (v) [verbrandingsmotor]
kloppen (v) [culinair] {n} slå (v) [culinair]
kloppen (v) [algemeen] {n} knacka (v) [algemeen]
kloppen (n) [hart] {n} bankande (n) {n} [hart]
kloppen (v) [ritme] {n} pulsera (v) [ritme]
kloppen (v) [hart] {n} pulsera (v) [hart]
kloppen (v) [culinaire terminologie] {n} pulsera (v) [culinaire terminologie]
kloppen (v) [culinair] {n} pulsera (v) [culinair]
kloppen (n) [hart] {n} dunkande (n) {n} [hart]
kloppen (n) [hart] {n} slående (n) {n} [hart]
kloppen (n) [hart] {n} slag (n) {n} [hart]
kloppen (n v adj) [to strike or pound repeatedly] {n} slå (n v adj) [to strike or pound repeatedly]
kloppen (n v adj) [to hit, to knock, to pound, to strike] {n} slå (n v adj) [to hit, to knock, to pound, to strike]
kloppen (v) [hart] {n} slå (v) [hart]
kloppen (v) [culinaire terminologie] {n} slå (v) [culinaire terminologie]
NL Synoniemen voor kloppen SV Vertalingen
sluiten [uitkomen] n dra för
rijmen [overeenkomen] rimma
bonzen [bonken] n klappande {n}
tikken [bonken] n peta
slaan [bonken] n slå
dekken [beantwoorden] täcka
overeenkomen [beantwoorden] n hålla sams
passen [beantwoorden] passa
overeenstemmen [beantwoorden] vara i överensstämmelse
pakken [inmaken] tag {n}
verslaan [inmaken] övervinna
kunnen [opgaan] kunna
beantwoorden [overeenstemmen] besvara
corresponderen [aansluiten] brevväxla
bonken [slaan] bulta