|
förvisa
(v)
[land]
|
|
deporteren
(v)
[land]
- gedeporteerd
- deporteren
- deporteert
- deporteerden
- deporteerde
|
|
|
förvisa
(v)
[rättsvetenskap]
|
|
wegzenden
(v)
[rättsvetenskap]
- weggezonden
- zenden weg
- zendt weg
- zonden weg
- zond weg
|
|
|
förvisa
(v)
[landsförvisa]
|
|
wegzenden
(v)
[landsförvisa]
- weggezonden
- zenden weg
- zendt weg
- zonden weg
- zond weg
|
|
|
förvisa
(v)
[land]
|
|
wegzenden
(v)
[land]
- weggezonden
- zenden weg
- zendt weg
- zonden weg
- zond weg
|
|
|
förvisa
(v)
[rättsvetenskap]
|
|
uitwijzen
(v)
[rättsvetenskap]
- uitgewezen
- wijzen uit
- wijst uit
- wezen uit
- wees uit
|
|
|
förvisa
(v)
[landsförvisa]
|
|
uitwijzen
(v)
[landsförvisa]
- uitgewezen
- wijzen uit
- wijst uit
- wezen uit
- wees uit
|
|
|
förvisa
(v n adv)
[to cast out, expel, reject]
|
|
afwijzen
(v n adv)
[to cast out, expel, reject]
- afgewezen
- wijst af
- wijzen af
- wees af
- wezen af
|
|
|
förvisa
(v n adv)
[to cast out, expel, reject]
|
|
verbannen
(v n adv)
[to cast out, expel, reject]
- verbannen
- verbannen
- verbant
- verbanden
- verbande
|
|
|
förvisa
(v)
[rättsvetenskap]
|
|
verbannen
(v)
[rättsvetenskap]
- verbannen
- verbannen
- verbant
- verbanden
- verbande
|
|
|
förvisa
(v)
[landsförvisa]
|
|
verbannen
(v)
[landsförvisa]
- verbannen
- verbannen
- verbant
- verbanden
- verbande
|
|
|
förvisa
(v)
[land]
|
|
verbannen
(v)
[land]
- verbannen
- verbannen
- verbant
- verbanden
- verbande
|
|
|
förvisa
(adj n v)
[banish]
|
|
verbannen
(adj n v)
[banish]
- verbannen
- verbannen
- verbant
- verbanden
- verbande
|
|
|
förvisa
(v)
[rättsvetenskap]
|
|
uitzetten
(v)
[rättsvetenskap]
- uitgezet
- zetten uit
- zet uit
- zette uit
- zetten uit
|
|
|
förvisa
(v)
[landsförvisa]
|
|
uitzetten
(v)
[landsförvisa]
- uitgezet
- zetten uit
- zet uit
- zette uit
- zetten uit
|
|
|
förvisa
(v)
[land]
|
|
uitzetten
(v)
[land]
- uitgezet
- zetten uit
- zet uit
- zette uit
- zetten uit
|
|
|
förvisa
(v n adv)
[to cast out, expel, reject]
|
|
verwerpen
(v n adv)
[to cast out, expel, reject]
- verworpen
- verwerpt
- verwerpen
- verwierpen
- verwierp
|
|