Zoek woord zich uitspreken voor heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
zich uitspreken voor (v) [rechten] pronunciar-se a favor de (v) [rechten]
zich uitspreken voor (v) [rechten] fazer julgamento a favor de (v) [rechten]

NL PT Vertalingen voor zich

zich (n v) [put on clothes] vestir (n v) [put on clothes]
zich (v) [to seize power] usurpar (v) [to seize power]
zich (v n) [make a firm decision] resolver (v n) [make a firm decision]
zich (v) [join conversation] intrometer-se (v) [join conversation]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] se (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] se (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] se (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] si mesmo (o) [wederkerend vnw. - enk.]

NL PT Vertalingen voor uitspreken

uitspreken (n) [woorden] {n} pronúncia (n) {f} [woorden]
uitspreken (v) [woorden] {n} articular (v) [woorden]
uitspreken (v) [woorden] {n} pronunciar (v) [woorden]

NL PT Vertalingen voor voor

voor (o) [algemeen] {m} para (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} para (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [plaats] {m} para (o) [plaats]
voor (o) [ruil] {m} para (o) [ruil]
voor (o) [tijd] {m} para (o) [tijd]
voor (o) [algemeen] {m} por (o) [algemeen]
voor (prep conj) [in exchange for] {m} por (prep conj) [in exchange for]
voor (conj prep) [over a period of time] {m} por (conj prep) [over a period of time]
voor (o) [prijs] {m} por (o) [prijs]
voor (o) [ruil] {m} por (o) [ruil]