NL PT Nederlands Portugees vertalingen voor zich schromelijk vervelen
Zoek woord zich schromelijk vervelen heeft 2 resultaten
Ga naar
NL | Nederlands | PT | Portugees | |
---|---|---|---|---|
zich schromelijk vervelen (v) [geestelijke gewaarwording] | estar muito aborrecido (v) [geestelijke gewaarwording] | |||
zich schromelijk vervelen (v) [geestelijke gewaarwording] | estar muito chateado (v) [geestelijke gewaarwording] |
NL PT Vertalingen voor zich
zich (n v) [put on clothes] | vestir (n v) [put on clothes] | |||
zich (v) [to seize power] | usurpar (v) [to seize power] | |||
zich (v n) [make a firm decision] | resolver (v n) [make a firm decision] | |||
zich (v) [join conversation] | intrometer-se (v) [join conversation] | |||
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] | se (o) [wederkerend vnw. - enk.] | |||
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] | se (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] | |||
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] | se (o) [wederkerend voornaamwoord] | |||
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] | se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] | |||
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] | se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] | |||
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] | si mesmo (o) [wederkerend vnw. - enk.] |
NL PT Vertalingen voor schromelijk
schromelijk (a) [graad] | grande (a) [graad] | |||
schromelijk (a) [graad] | crasso (a) [graad] | |||
schromelijk (a) [graad] | grosseiro (a) {m} [graad] | |||
schromelijk (a) [graad] | muito (a) [graad] | |||
schromelijk (a) [graad] | seriamente (a) [graad] | |||
schromelijk (a) [graad] | gravemente (a) [graad] | |||
schromelijk (a) [graad] | severamente (a) [graad] |
NL PT Vertalingen voor vervelen
vervelen (v) [ergeren] | enervar (v) [ergeren] | |||
vervelen (v) [afschuw] | enjoar (v) [afschuw] | |||
vervelen (v) [ergeren] | aborrecer (v) [ergeren] | |||
vervelen (v) [geestelijke gewaarwording] | aborrecer (v) [geestelijke gewaarwording] | |||
vervelen (v n) [to inspire boredom] | aborrecer (v n) [to inspire boredom] | |||
vervelen (n v) [to be vexed; to fret; to be irritated] | irritar-se (n v) [to be vexed; to fret; to be irritated] | |||
vervelen (v n) [to inspire boredom] | chatear (v n) [to inspire boredom] | |||
vervelen (v) [ergeren] | irritar (v) [ergeren] | |||
vervelen (v) [ergeren] | apoquentar (v) [ergeren] | |||
vervelen (v) [ergeren] | exasperar (v) [ergeren] |