Zoek woord zich garant stellen voor heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
zich garant stellen voor (v) [steun] garantir (v) [steun]

NL PT Vertalingen voor zich

zich (n v) [put on clothes] vestir (n v) [put on clothes]
zich (v) [to seize power] usurpar (v) [to seize power]
zich (v n) [make a firm decision] resolver (v n) [make a firm decision]
zich (v) [join conversation] intrometer-se (v) [join conversation]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] se (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] se (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] se (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] si mesmo (o) [wederkerend vnw. - enk.]

NL PT Vertalingen voor stellen

stellen (v) [conclude; believe] supor (v) [conclude; believe]
stellen (v) [wiskunde] supor (v) [wiskunde]
stellen (v) [bring something up and set it into a standing position] levantar (v) [bring something up and set it into a standing position]
stellen (v n) [to place in an upright or standing position] levantar (v n) [to place in an upright or standing position]
stellen (v n) [to place in an upright or standing position] encostar (v n) [to place in an upright or standing position]
stellen (v) [vraag] colocar (v) [vraag]
stellen (v) [vraag] por (v) [vraag]
stellen (v) [bring something up and set it into a standing position] erguer (v) [bring something up and set it into a standing position]
stellen (v n) [to place in an upright or standing position] erguer (v n) [to place in an upright or standing position]
stellen (v) [feit] postular (v) [feit]

NL PT Vertalingen voor voor

voor (o) [algemeen] {m} para (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} para (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [plaats] {m} para (o) [plaats]
voor (o) [ruil] {m} para (o) [ruil]
voor (o) [tijd] {m} para (o) [tijd]
voor (o) [algemeen] {m} por (o) [algemeen]
voor (prep conj) [in exchange for] {m} por (prep conj) [in exchange for]
voor (conj prep) [over a period of time] {m} por (conj prep) [over a period of time]
voor (o) [prijs] {m} por (o) [prijs]
voor (o) [ruil] {m} por (o) [ruil]